Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bezigheden:
  2. bezigheid:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bezigheden from Dutch to Swedish

bezigheden:

bezigheden [de ~] nom, pluriel

  1. de bezigheden

Translation Matrix for bezigheden:

NounRelated TranslationsOther Translations
affärer bezigheden aangelegenheden; affaire; affaires; bedrijfsleven; commercie; handel; liaison; liefdesrelatie; relatie; verhouding; zaken

Related Words for "bezigheden":


bezigheden form of bezigheid:


Related Translations for bezigheden