Dutch
Detailed Translations for binnendringen from Dutch to Swedish
binnendringen:
-
binnendringen (penetratie; indringing)
-
binnendringen (infiltreren; indringen)
-
binnendringen (binnenvallen; invallen)
-
binnendringen (penetreren; indringen)
Conjugations for binnendringen:
o.t.t.
- dring binnen
- dringt binnen
- dringt binnen
- dringen binnen
- dringen binnen
- dringen binnen
o.v.t.
- drong binnen
- drong binnen
- drong binnen
- drongen binnen
- drongen binnen
- drongen binnen
v.t.t.
- ben binnengedrongen
- bent binnengedrongen
- is binnengedrongen
- zijn binnengedrongen
- zijn binnengedrongen
- zijn binnengedrongen
v.v.t.
- was binnengedrongen
- was binnengedrongen
- was binnengedrongen
- waren binnengedrongen
- waren binnengedrongen
- waren binnengedrongen
o.t.t.t.
- zal binnendringen
- zult binnendringen
- zal binnendringen
- zullen binnendringen
- zullen binnendringen
- zullen binnendringen
o.v.t.t.
- zou binnendringen
- zou binnendringen
- zou binnendringen
- zouden binnendringen
- zouden binnendringen
- zouden binnendringen
diversen
- dring binnen!
- dringt binnen!
- binnengedrongen
- binnendringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for binnendringen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bryta sig in | braak; inbraak; kraak | |
inträngande | binnendringen; indringing; penetratie | binnendringing |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bryta sig igenom | binnendringen; indringen; penetreren | |
bryta sig in | binnendringen; binnenvallen; invallen | beroven; binnen breken; binnenbreken; een inbraak doen; inbreken; inbreuk maken; overtreden |
genomborra | binnendringen; indringen; penetreren | aan de spies rijgen; doorprikken; openprikken; overhoop steken; priemen; spietsen |
genomtränga | binnendringen; indringen; penetreren | |
infiltrera | binnendringen; indringen; infiltreren | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
inträngande | indringerig |
Wiktionary Translations for binnendringen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• binnendringen | → inkräkta | ↔ encroach — to intrude unrightfully on someone else's rights or territory |
• binnendringen | → inkräkta | ↔ intrude — intrude |