Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. butsen:


Dutch

Detailed Translations for butsen from Dutch to Swedish

butsen:

butsen verbe

  1. butsen (indeuken; een deuk maken in)
    bukta; trycka in; göra ett indrag
  2. butsen (kaatsen)
    studsa
    • studsa verbe (studsar, studsade, studsat)

Translation Matrix for butsen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bukta butsen; een deuk maken in; indeuken
göra ett indrag butsen; een deuk maken in; indeuken
studsa butsen; kaatsen opveren; veren
trycka in butsen; een deuk maken in; indeuken indrukken; induwen; inpersen; inschuiven; naar elkaar toe schuiven