Dutch

Detailed Translations for dalend from Dutch to Swedish

dalend:

dalend adj

  1. dalend

Translation Matrix for dalend:

NounRelated TranslationsOther Translations
minskande afzwakking; korten; krimpen; minderen; vermindering
ModifierRelated TranslationsOther Translations
dalande dalend
minskande dalend achteruitgaand; afnemend; vervallend

dalen:

dalen verbe (daal, daalt, daalde, daalden, gedaald)

  1. dalen
    komma ifrån; häröra från
    • komma ifrån verbe (kommer ifrån, kom ifrån, kommit ifrån)
    • häröra från verbe (härör från, härörde från, härört från)
  2. dalen (minder worden; declineren; afnemen; )
    minska; sjunka; förfalla; avta; gå ner
    • minska verbe (minskar, minskade, minskat)
    • sjunka verbe (sjunker, sjönk, sjunkit)
    • förfalla verbe (förfaller, förföll, förfallit)
    • avta verbe (avtar, avtog, avtagit)
    • gå ner verbe (går ner, gick ner, gått ner)

Conjugations for dalen:

o.t.t.
  1. daal
  2. daalt
  3. daalt
  4. dalen
  5. dalen
  6. dalen
o.v.t.
  1. daalde
  2. daalde
  3. daalde
  4. daalden
  5. daalden
  6. daalden
v.t.t.
  1. ben gedaald
  2. bent gedaald
  3. is gedaald
  4. zijn gedaald
  5. zijn gedaald
  6. zijn gedaald
v.v.t.
  1. was gedaald
  2. was gedaald
  3. was gedaald
  4. waren gedaald
  5. waren gedaald
  6. waren gedaald
o.t.t.t.
  1. zal dalen
  2. zult dalen
  3. zal dalen
  4. zullen dalen
  5. zullen dalen
  6. zullen dalen
o.v.t.t.
  1. zou dalen
  2. zou dalen
  3. zou dalen
  4. zouden dalen
  5. zouden dalen
  6. zouden dalen
diversen
  1. daal!
  2. daalt!
  3. gedaald
  4. dalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

dalen [de ~] nom, pluriel

  1. de dalen (valleien)
    dalar

Translation Matrix for dalen:

NounRelated TranslationsOther Translations
dalar dalen; valleien
sjunka wegzakken
VerbRelated TranslationsOther Translations
avta afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen achteruitgaan; afnemen; bezwijken; declineren; instorten; lijntrekken; minder worden; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten; zinken
förfalla afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen afrotten; bederven; bouwvallig worden; brokkelen; kruimelen; ongeldig worden; rotten; vergaan; verkommeren; vermolmen; verrotten; vervallen; wegrotten
gå ner afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen naar beneden gaan; naar beneden lopen; neergaan; omlaaggaan
häröra från dalen
komma ifrån dalen afkomstig zijn; afraken van; afstammen; ontspruiten; spruiten; stammen; voortkomen
minska afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen achteruitgaan; afkorten; afnemen; afnemend; declineren; denigreren; inkrimpen; kleiner maken; kleineren; krimpen; lager maken; lenigen; minder worden; minimaliseren; slinken; slinkend; tanend; terugdraaien; terugschroeven; verkleinen; verlagen; verlichten; verminderen; verzachten
sjunka afnemen; dalen; declineren; minder worden; minderen; tanen; teruggaan; verminderen; vervallen afnemen; doen zinken; inkrimpen; krimpen; lager worden; minder worden; naar beneden gaan; naar beneden lopen; neergaan; omlaaggaan; onder water gaan; ondergaan; slinken; verkleinen; verminderen; zinken
- zakken
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
minska afname voorraad; vermindering

Related Words for "dalen":


Synonyms for "dalen":


Antonyms for "dalen":


Related Definitions for "dalen":

  1. een kleinere waarde krijgen1
    • de prijzen zijn gedaald1
  2. omlaag gaan1
    • het vliegtuig daalt langzaam1

Wiktionary Translations for dalen:


Cross Translation:
FromToVia
dalen falla drop — to decrease in value
dalen sänka; slå ned; fälla; stämma ned; göra lägre; sjunka; falla; avtaga; böja sig baisser — À trier