Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. dier africhten:


Dutch

Detailed Translations for dier africhten from Dutch to Swedish

dier africhten:

dier africhten verbe

  1. dier africhten (trainen; dresseren; africhten)
    lära; träna; utbilda; uppöva
    • lära verbe (lär, lärde, lärt)
    • träna verbe (tränar, tränade, tränat)
    • utbilda verbe (utbildar, utbildade, utbildat)
    • uppöva verbe (uppövar, uppövade, uppövat)

Translation Matrix for dier africhten:

NounRelated TranslationsOther Translations
lära leerstelsel; leersysteem
VerbRelated TranslationsOther Translations
lära africhten; dier africhten; dresseren; trainen aanleren; bijbrengen; bijleren; eigen maken; horen; iets leren; kennis opdoen; leren; lesgeven; meekrijgen; meepikken; onderwijzen; ontdekken; oppikken; opsteken; te horen krijgen; vernemen; verwerven; vinden
träna africhten; dier africhten; dresseren; trainen bekwamen; bijbrengen; coachen; doceren; harden; oefenen; onderrichten; onderwijzen; ontwikkelen; opleiden; scholen; trainen
uppöva africhten; dier africhten; dresseren; trainen
utbilda africhten; dier africhten; dresseren; trainen bijbrengen; leren; onderwijzen

Related Translations for dier africhten