Summary
Dutch
Detailed Translations for ding from Dutch to Swedish
ding:
Translation Matrix for ding:
Noun | Related Translations | Other Translations |
artikel | artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak | artikel; bericht; brokje; eindje; fragmentje; item; klein stukje; lidwoord; partje; snippertje; stukje |
punkt | artikel; ding; goed; item; object; voorwerp; zaak | pointe |
- | zaak |
Related Words for "ding":
Synonyms for "ding":
Related Definitions for "ding":
Wiktionary Translations for ding:
ding
Cross Translation:
noun
-
voorwerp
- ding → sak
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ding | → ting | ↔ Thing — public assembly |
• ding | → manick; grunka; mojäng; mackapär; grej | ↔ hickey — referring to an object whose name is unknown or cannot be recalled |
• ding | → sak; ting | ↔ thing — that which is considered to exist as a separate entity, object, quality or concept |
• ding | → ting; sak; grej | ↔ Ding — (Plural 1) Angelegenheit (verallgemeinernd) |
• ding | → del | ↔ Teil — (umgangssprachlich) ein beliebiger Gegenstand |
• ding | → affär; sak; orsak | ↔ cause — Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère. |
• ding | → objekt; affär; sak | ↔ chose — Permet de désigner un objet, une idée, un concept ou une abstraction quelconque, sans avoir à l’identifier ou à le nommer. Une chose est ce qui exister mais qui est indéterminé, objet ou idée, ou qu’il n’est pas nécessaire de préciser. La signification du mot cho |
• ding | → objekt | ↔ objet — chose tangible et visible, concrète. Chose perceptible par la vue et le toucher. Chose, dans un sens indéterminé. |
• ding | → alster; verk; produkt; avkastning; vinst; vara | ↔ produit — résultat créatif de l’activité humaine. |
dingen:
-
dingen (afdingen)
Conjugations for dingen:
o.t.t.
- ding
- dingt
- dingt
- dingen
- dingen
- dingen
o.v.t.
- dingde
- dingde
- dingde
- dingden
- dingden
- dingden
v.t.t.
- heb gedingd
- hebt gedingd
- heeft gedingd
- hebben gedingd
- hebben gedingd
- hebben gedingd
v.v.t.
- had gedingd
- had gedingd
- had gedingd
- hadden gedingd
- hadden gedingd
- hadden gedingd
o.t.t.t.
- zal dingen
- zult dingen
- zal dingen
- zullen dingen
- zullen dingen
- zullen dingen
o.v.t.t.
- zou dingen
- zou dingen
- zou dingen
- zouden dingen
- zouden dingen
- zouden dingen
diversen
- ding!
- dingt!
- gedingd
- dingend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for dingen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
artiklar | dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken | artikelen; koopwaar; lidwoorden; voorwerpen; waar |
grejor | dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken | bezittingen; eigendommen; goed; kleren |
saker | dingen; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken | bezittingen; eigendommen |
Verb | Related Translations | Other Translations |
köpslå | afdingen; dingen | afdingen; afpingelen; kromliggen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren |
pruta | afdingen; dingen | afdingen; afpingelen; disconteren; kromliggen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren |