Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. doorvechten:


Dutch

Detailed Translations for doorvechten from Dutch to Swedish

doorvechten:

doorvechten verbe (doorvecht, doorvocht, doorvochten, doorvochten)

  1. doorvechten
    strida vidare
    • strida vidare verbe (strider vidare, stred vidare, stridit vidare)

Conjugations for doorvechten:

o.t.t.
  1. doorvecht
  2. doorvecht
  3. doorvecht
  4. doorvechten
  5. doorvechten
  6. doorvechten
o.v.t.
  1. doorvocht
  2. doorvocht
  3. doorvocht
  4. doorvochten
  5. doorvochten
  6. doorvochten
v.t.t.
  1. heb doorvochten
  2. hebt doorvochten
  3. heeft doorvochten
  4. hebben doorvochten
  5. hebben doorvochten
  6. hebben doorvochten
v.v.t.
  1. had doorvochten
  2. had doorvochten
  3. had doorvochten
  4. hadden doorvochten
  5. hadden doorvochten
  6. hadden doorvochten
o.t.t.t.
  1. zal doorvechten
  2. zult doorvechten
  3. zal doorvechten
  4. zullen doorvechten
  5. zullen doorvechten
  6. zullen doorvechten
o.v.t.t.
  1. zou doorvechten
  2. zou doorvechten
  3. zou doorvechten
  4. zouden doorvechten
  5. zouden doorvechten
  6. zouden doorvechten
diversen
  1. doorvecht!
  2. doorvecht!
  3. doorvochten
  4. doorvechtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorvechten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
strida vidare doorvechten