Dutch

Detailed Translations for draai from Dutch to Swedish

draai:


draaien:

draaien verbe (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)

  1. draaien (wenden; zwenken)
    vända sig; svänga
    • vända sig verbe (vänder sig, vändde sig, vänt sig)
    • svänga verbe (svänger, svängde, svängt)
  2. draaien (wentelen; roteren; rollen; ronddraaien; kantelen)
    vända sig
    • vända sig verbe (vänder sig, vändde sig, vänt sig)
  3. draaien (wenden; keren)
    vända; snurra
    • vända verbe (vänder, vändde, vänt)
    • snurra verbe (snurrar, snurrade, snurrat)
  4. draaien (rondtollen; tollen)
    snurra
    • snurra verbe (snurrar, snurrade, snurrat)
  5. draaien (kolken; ronddraaien)
    virvla; snurra; svänga runt
    • virvla verbe (virvlar, virvlade, virvlat)
    • snurra verbe (snurrar, snurrade, snurrat)
    • svänga runt verbe (svänger runt, svängde runt, svängt runt)
  6. draaien (omdraaien; keren; wenden)
    vrida; vända sig om
    • vrida verbe (vrider, vred, vridit)
    • vända sig om verbe (vänder sig om, vändde sig om, vänt sig om)
  7. draaien

Conjugations for draaien:

o.t.t.
  1. draai
  2. draait
  3. draait
  4. draaien
  5. draaien
  6. draaien
o.v.t.
  1. draaide
  2. draaide
  3. draaide
  4. draaiden
  5. draaiden
  6. draaiden
v.t.t.
  1. heb gedraaid
  2. hebt gedraaid
  3. heeft gedraaid
  4. hebben gedraaid
  5. hebben gedraaid
  6. hebben gedraaid
v.v.t.
  1. had gedraaid
  2. had gedraaid
  3. had gedraaid
  4. hadden gedraaid
  5. hadden gedraaid
  6. hadden gedraaid
o.t.t.t.
  1. zal draaien
  2. zult draaien
  3. zal draaien
  4. zullen draaien
  5. zullen draaien
  6. zullen draaien
o.v.t.t.
  1. zou draaien
  2. zou draaien
  3. zou draaien
  4. zouden draaien
  5. zouden draaien
  6. zouden draaien
en verder
  1. ben gedraaid
  2. bent gedraaid
  3. is gedraaid
  4. zijn gedraaid
  5. zijn gedraaid
  6. zijn gedraaid
diversen
  1. draai!
  2. draait!
  3. gedraaid
  4. draaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

draaien [het ~] nom

  1. het draaien (zwenken)

Translation Matrix for draaien:

NounRelated TranslationsOther Translations
vändande draaien; zwenken
VerbRelated TranslationsOther Translations
snurra draaien; keren; kolken; ronddraaien; rondtollen; tollen; wenden kolken; kroelen; wervelen; wielen
svänga draaien; wenden; zwenken buigen; iets omdraaien; krommen; omkeren; oscilleren; schommelen; welven; wiegelen; wiegen; zwengelen
svänga runt draaien; kolken; ronddraaien dichtrijgen; dichtsnoeren; omzwaaien; omzwenken; rijgen
virvla draaien; kolken; ronddraaien kolken; kroelen; wervelen; wielen; zwieren
vrida draaien; keren; omdraaien; wenden wrikken; zich wringen
vända draaien; keren; wenden iets omdraaien; kenteren; omkeren; omwenden; rondwentelen; spiegelen
vända sig draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wenden; wentelen; zwenken omklappen; omrollen; omwentelen; zich omdraaien
vända sig om draaien; keren; omdraaien; wenden
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
rotering draaien

Related Words for "draaien":


Synonyms for "draaien":


Related Definitions for "draaien":

  1. rondjes maken1
    • de aarde draait om de zon1
  2. het in een andere richting keren1
    • hij draaide zijn hoofd naar het raam1

Wiktionary Translations for draaien:


Cross Translation:
FromToVia
draaien svarva lathe — to shape with a lathe
draaien vrida; vända; blanda; sammanblanda retourneraller de nouveau en un lieu.

Related Translations for draai