Dutch
Detailed Translations for een oplawaai geven from Dutch to Swedish
een oplawaai geven:
een oplawaai geven verbe (geef een oplawaai, geeft een oplawaai, gaf een oplawaai, gaven een oplawaai, een oplawaai gegeven)
-
een oplawaai geven
Conjugations for een oplawaai geven:
o.t.t.
- geef een oplawaai
- geeft een oplawaai
- geeft een oplawaai
- geven een oplawaai
- geven een oplawaai
- geven een oplawaai
o.v.t.
- gaf een oplawaai
- gaf een oplawaai
- gaf een oplawaai
- gaven een oplawaai
- gaven een oplawaai
- gaven een oplawaai
v.t.t.
- heb een oplawaai gegeven
- hebt een oplawaai gegeven
- heeft een oplawaai gegeven
- hebben een oplawaai gegeven
- hebben een oplawaai gegeven
- hebben een oplawaai gegeven
v.v.t.
- had een oplawaai gegeven
- had een oplawaai gegeven
- had een oplawaai gegeven
- hadden een oplawaai gegeven
- hadden een oplawaai gegeven
- hadden een oplawaai gegeven
o.t.t.t.
- zal een oplawaai geven
- zult een oplawaai geven
- zal een oplawaai geven
- zullen een oplawaai geven
- zullen een oplawaai geven
- zullen een oplawaai geven
o.v.t.t.
- zou een oplawaai geven
- zou een oplawaai geven
- zou een oplawaai geven
- zouden een oplawaai geven
- zouden een oplawaai geven
- zouden een oplawaai geven
diversen
- geef een oplawaai!
- geeft een oplawaai!
- een oplawaai gegeven
- een oplawaai gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for een oplawaai geven:
Verb | Related Translations | Other Translations |
klippa till någon | een oplawaai geven |