Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. excelleren:


Dutch

Detailed Translations for excelleren from Dutch to Swedish

excelleren:

excelleren verbe

  1. excelleren (uitblinken; onderscheiden; overtreffen; )
    blinka; överglänsa; lysa starkare än
    • blinka verbe (blinker, blinkte, blinkt)
    • överglänsa verbe (överglänsar, överglänsade, överglänsat)
    • lysa starkare än verbe (lyser starkare än, lyste starkare än, lyst starkare än)

Translation Matrix for excelleren:

NounRelated TranslationsOther Translations
blinka getintel; knipoogje; tinteling
VerbRelated TranslationsOther Translations
blinka excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken flonkeren; knipogen; knipperen; met oogleden op en neer gaan
lysa starkare än excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken
överglänsa excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken boven staan