Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. gas geven:


Dutch

Detailed Translations for gas geven from Dutch to Swedish

gas geven:

gas geven verbe (geef gas, geeft gas, gaf gas, gaven gas, gas gegeven)

  1. gas geven (optrekken van auto; accelereren)
    påskynda; accelerera; öka hastigheten
    • påskynda verbe (påskyndar, påskyndade, påskyndat)
    • accelerera verbe (accelererar, accelererade, accelererat)
    • öka hastigheten verbe (ökar hastigheten, ökade hastigheten, ökat hastigheten)

Conjugations for gas geven:

o.t.t.
  1. geef gas
  2. geeft gas
  3. geeft gas
  4. geven gas
  5. geven gas
  6. geven gas
o.v.t.
  1. gaf gas
  2. gaf gas
  3. gaf gas
  4. gaven gas
  5. gaven gas
  6. gaven gas
v.t.t.
  1. heb gas gegeven
  2. hebt gas gegeven
  3. heeft gas gegeven
  4. hebben gas gegeven
  5. hebben gas gegeven
  6. hebben gas gegeven
v.v.t.
  1. had gas gegeven
  2. had gas gegeven
  3. had gas gegeven
  4. hadden gas gegeven
  5. hadden gas gegeven
  6. hadden gas gegeven
o.t.t.t.
  1. zal gas geven
  2. zult gas geven
  3. zal gas geven
  4. zullen gas geven
  5. zullen gas geven
  6. zullen gas geven
o.v.t.t.
  1. zou gas geven
  2. zou gas geven
  3. zou gas geven
  4. zouden gas geven
  5. zouden gas geven
  6. zouden gas geven
diversen
  1. geef gas!
  2. geeft gas!
  3. gas gegeven
  4. gas gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gas geven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
accelerera accelereren; gas geven; optrekken van auto accelereren; bespoedigen; verhaasten; versnellen
påskynda accelereren; gas geven; optrekken van auto aanjagen; aansporen; bevorderen; naar voren plaatsen; opjutten; porren; promoveren; vervroegen; vroeger uitvoeren dan gepland
öka hastigheten accelereren; gas geven; optrekken van auto

External Machine Translations:

Related Translations for gas geven