Dutch

Detailed Translations for gegrond from Dutch to Swedish

gegrond:


gronden:

gronden verbe (grond, grondt, grondde, grondden, gegrond)

  1. gronden (grondverven)
    grunda; grundmåla
    • grunda verbe (grundar, grundade, grundat)
    • grundmåla verbe (grundmålar, grundmålade, grundmålat)
  2. gronden (aarden)
    jorda
    • jorda verbe (jordar, jordade, jordat)
  3. gronden (grondvesten; funderen)
    etablera; lägga grunderna
    • etablera verbe (etablerar, etablerade, etablerat)
    • lägga grunderna verbe (lägger grunderna, lade grunderna, lagt grunderna)

Conjugations for gronden:

o.t.t.
  1. grond
  2. grondt
  3. grondt
  4. gronden
  5. gronden
  6. gronden
o.v.t.
  1. grondde
  2. grondde
  3. grondde
  4. grondden
  5. grondden
  6. grondden
v.t.t.
  1. heb gegrond
  2. hebt gegrond
  3. heeft gegrond
  4. hebben gegrond
  5. hebben gegrond
  6. hebben gegrond
v.v.t.
  1. had gegrond
  2. had gegrond
  3. had gegrond
  4. hadden gegrond
  5. hadden gegrond
  6. hadden gegrond
o.t.t.t.
  1. zal gronden
  2. zult gronden
  3. zal gronden
  4. zullen gronden
  5. zullen gronden
  6. zullen gronden
o.v.t.t.
  1. zou gronden
  2. zou gronden
  3. zou gronden
  4. zouden gronden
  5. zouden gronden
  6. zouden gronden
en verder
  1. is gegrond
  2. zijn gegrond
diversen
  1. grond!
  2. grondt!
  3. gegrond
  4. grondend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gronden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
etablera funderen; gronden; grondvesten instellen; invoeren; oprichten; stichten
grunda gronden; grondverven instellen; invoeren; oprichten; plamuren; stichten
grundmåla gronden; grondverven
jorda aarden; gronden aarden; op aarde aansluiten
lägga grunderna funderen; gronden; grondvesten

Related Words for "gronden":


Related Translations for gegrond