Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. gemotiveerd:
  2. motiveren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gemotiveerd from Dutch to Swedish

gemotiveerd:

gemotiveerd adj

  1. gemotiveerd (motivatie bezittend)

Translation Matrix for gemotiveerd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
motiverad gemotiveerd; motivatie bezittend
motiverat gemotiveerd; motivatie bezittend

Related Words for "gemotiveerd":

  • gemotiveerdheid

motiveren:

motiveren verbe (motiveer, motiveert, motiveerde, motiveerden, gemotiveerd)

  1. motiveren
    uppmuntra; motivera
    • uppmuntra verbe (uppmuntrar, uppmuntrade, uppmuntrat)
    • motivera verbe (motiverar, motiverade, motiverat)

Conjugations for motiveren:

o.t.t.
  1. motiveer
  2. motiveert
  3. motiveert
  4. motiveren
  5. motiveren
  6. motiveren
o.v.t.
  1. motiveerde
  2. motiveerde
  3. motiveerde
  4. motiveerden
  5. motiveerden
  6. motiveerden
v.t.t.
  1. heb gemotiveerd
  2. hebt gemotiveerd
  3. heeft gemotiveerd
  4. hebben gemotiveerd
  5. hebben gemotiveerd
  6. hebben gemotiveerd
v.v.t.
  1. had gemotiveerd
  2. had gemotiveerd
  3. had gemotiveerd
  4. hadden gemotiveerd
  5. hadden gemotiveerd
  6. hadden gemotiveerd
o.t.t.t.
  1. zal motiveren
  2. zult motiveren
  3. zal motiveren
  4. zullen motiveren
  5. zullen motiveren
  6. zullen motiveren
o.v.t.t.
  1. zou motiveren
  2. zou motiveren
  3. zou motiveren
  4. zouden motiveren
  5. zouden motiveren
  6. zouden motiveren
en verder
  1. ben gemotiveerd
  2. bent gemotiveerd
  3. is gemotiveerd
  4. zijn gemotiveerd
  5. zijn gemotiveerd
  6. zijn gemotiveerd
diversen
  1. motiveer!
  2. motiveert!
  3. gemotiveerd
  4. motiverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for motiveren:

NounRelated TranslationsOther Translations
uppmuntra bemoedigingen
VerbRelated TranslationsOther Translations
motivera motiveren
uppmuntra motiveren aanmoedigen; aanvuren; aanzetten tot; bejubelen; bemoedigen; bezielen; blij maken; geruststellen; iemand begunstigen; instigeren; moed inspreken; opbeuren; opfleuren; opmonteren; provoceren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; verkwikken; voorschuiven; voortrekken; vrolijker worden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
uppmuntra opgekikkerd; opgeknapt

Wiktionary Translations for motiveren:


Cross Translation:
FromToVia
motiveren sporra; driva drive — to motivate
motiveren motivera motivate — to encourage
motiveren motivera motivieren — jemanden dazu bringen, sich aus eigenem Antrieb um etwas zu kümmern