Dutch

Detailed Translations for groothouden from Dutch to Swedish

groothouden:

groothouden verbe (houd groot, houdt groot, hield groot, hielden groot, grootgehouden)

  1. groothouden
    upprätthålla; hålla upp; stå på sig; hålla modet uppe; hålla stånd
    • upprätthålla verbe (upprätthåller, upprätthöll, upprätthållit)
    • hålla upp verbe (håller upp, höll upp, hållit upp)
    • stå på sig verbe (står på sig, stod på sig, stått på sig)
    • hålla modet uppe verbe (håller modet uppe, höll modet upp, hållit modet uppe)
    • hålla stånd verbe (håller stånd, höll stånd, hållit stånd)

Conjugations for groothouden:

o.t.t.
  1. houd groot
  2. houdt groot
  3. houdt groot
  4. houden groot
  5. houden groot
  6. houden groot
o.v.t.
  1. hield groot
  2. hield groot
  3. hield groot
  4. hielden groot
  5. hielden groot
  6. hielden groot
v.t.t.
  1. heb grootgehouden
  2. hebt grootgehouden
  3. heeft grootgehouden
  4. hebben grootgehouden
  5. hebben grootgehouden
  6. hebben grootgehouden
v.v.t.
  1. had grootgehouden
  2. had grootgehouden
  3. had grootgehouden
  4. hadden grootgehouden
  5. hadden grootgehouden
  6. hadden grootgehouden
o.t.t.t.
  1. zal groothouden
  2. zult groothouden
  3. zal groothouden
  4. zullen groothouden
  5. zullen groothouden
  6. zullen groothouden
o.v.t.t.
  1. zou groothouden
  2. zou groothouden
  3. zou groothouden
  4. zouden groothouden
  5. zouden groothouden
  6. zouden groothouden
diversen
  1. houd groot!
  2. houdt groot!
  3. grootgehouden
  4. groothoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for groothouden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hålla modet uppe groothouden
hålla stånd groothouden handhaven; stand houden
hålla upp groothouden hooghouden; in de hoogte houden; omhooghouden; ophouden
stå på sig groothouden
upprätthålla groothouden behouden; conserveren; in stand houden; instandhouden; onderhouden