Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. hernieuwen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hernieuwen from Dutch to Swedish

hernieuwen:

hernieuwen verbe (hernieuw, hernieuwt, hernieuwde, hernieuwden, hernieuwd)

  1. hernieuwen (nieuw leven inblazen)
    förnya; återuppliva; göra ny igen
    • förnya verbe (förnyar, förnyade, förnyat)
    • återuppliva verbe (återupplivar, återupplivade, återupplivat)
    • göra ny igen verbe (gör ny igen, gjorde ny igen, gjort ny igen)
  2. hernieuwen (renoveren; herstellen; vernieuwen; verbeteren)
    återställa; renovera; förnya; rusta upp
    • återställa verbe (återställer, återställde, återställt)
    • renovera verbe (renoverar, renoverade, renoverat)
    • förnya verbe (förnyar, förnyade, förnyat)
    • rusta upp verbe (rustar upp, rustade upp, rustat upp)
  3. hernieuwen (opnieuw doen; overdoen)
    förändra; förnya; göra om
    • förändra verbe (förändrar, förändrade, förändrat)
    • förnya verbe (förnyar, förnyade, förnyat)
    • göra om verbe (gör om, gjorde om, gjort om)

Conjugations for hernieuwen:

o.t.t.
  1. hernieuw
  2. hernieuwt
  3. hernieuwt
  4. hernieuwen
  5. hernieuwen
  6. hernieuwen
o.v.t.
  1. hernieuwde
  2. hernieuwde
  3. hernieuwde
  4. hernieuwden
  5. hernieuwden
  6. hernieuwden
v.t.t.
  1. heb hernieuwd
  2. hebt hernieuwd
  3. heeft hernieuwd
  4. hebben hernieuwd
  5. hebben hernieuwd
  6. hebben hernieuwd
v.v.t.
  1. had hernieuwd
  2. had hernieuwd
  3. had hernieuwd
  4. hadden hernieuwd
  5. hadden hernieuwd
  6. hadden hernieuwd
o.t.t.t.
  1. zal hernieuwen
  2. zult hernieuwen
  3. zal hernieuwen
  4. zullen hernieuwen
  5. zullen hernieuwen
  6. zullen hernieuwen
o.v.t.t.
  1. zou hernieuwen
  2. zou hernieuwen
  3. zou hernieuwen
  4. zouden hernieuwen
  5. zouden hernieuwen
  6. zouden hernieuwen
en verder
  1. is hernieuwd
  2. zijn hernieuwd
diversen
  1. hernieuw!
  2. hernieuwt!
  3. hernieuwd
  4. hernieuwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hernieuwen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
förnya hernieuwen; herstellen; nieuw leven inblazen; opnieuw doen; overdoen; renoveren; verbeteren; vernieuwen beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; herscheppen; herstellen; herzien; in goede staat brengen; opknappen; regenereren; renoveren; repareren; verbeteren; wederopbouwen
förändra hernieuwen; opnieuw doen; overdoen afwisselen; herzien; veranderen; verwisselen; wijzigen
göra ny igen hernieuwen; nieuw leven inblazen
göra om hernieuwen; opnieuw doen; overdoen ombouwen; omvormen; opnieuw; reorganiseren; vervormen
renovera hernieuwen; herstellen; renoveren; verbeteren; vernieuwen in goede staat brengen; opknappen; renoveren; restaureren; wederopbouwen
rusta upp hernieuwen; herstellen; renoveren; verbeteren; vernieuwen
återställa hernieuwen; herstellen; renoveren; verbeteren; vernieuwen fiksen; goedmaken; herstellen; in orde brengen; in orde maken; maken; opnieuw instellen; rechtzetten; repareren; revalideren; terugdraaien; terugkeren; terugleggen; terugplaatsen; terugzetten; wederopbouwen
återuppliva hernieuwen; nieuw leven inblazen activeren; herleven; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen; weer krachtig worden
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
göra om vooruitrolfase
återställa herstellen

Wiktionary Translations for hernieuwen:


Cross Translation:
FromToVia
hernieuwen förnya renew — to make new again