Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. iets vastkleven:


Dutch

Detailed Translations for iets vastkleven from Dutch to Swedish

iets vastkleven:

iets vastkleven verbe

  1. iets vastkleven (plakken; kleven; vastlijmen)
    häfta; klibba; klistra
    • häfta verbe (häftar, häftade, häftat)
    • klibba verbe (klibbar, klibbade, klibbat)
    • klistra verbe (klistrar, klistrade, klistrat)

Translation Matrix for iets vastkleven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
häfta iets vastkleven; kleven; plakken; vastlijmen aanhechten; blijven steken; haperen; nieten; stokken; vastlopen; vastnieten
klibba iets vastkleven; kleven; plakken; vastlijmen aanlijmen; lijmen; vastlijmen
klistra iets vastkleven; kleven; plakken; vastlijmen aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; aanlijmen; hechten; kitten; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; vasthechten; vastlijmen; vastplakken

Related Translations for iets vastkleven