Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. inblikken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inblikken from Dutch to Swedish

inblikken:

inblikken verbe (blik in, blikt in, blikte in, blikten in, ingeblikt)

  1. inblikken (in blik conserveren; inmaken)
    konservera
    • konservera verbe (konserverar, konserverade, konserverat)

Conjugations for inblikken:

o.t.t.
  1. blik in
  2. blikt in
  3. blikt in
  4. blikken in
  5. blikken in
  6. blikken in
o.v.t.
  1. blikte in
  2. blikte in
  3. blikte in
  4. blikten in
  5. blikten in
  6. blikten in
v.t.t.
  1. heb ingeblikt
  2. hebt ingeblikt
  3. heeft ingeblikt
  4. hebben ingeblikt
  5. hebben ingeblikt
  6. hebben ingeblikt
v.v.t.
  1. had ingeblikt
  2. had ingeblikt
  3. had ingeblikt
  4. hadden ingeblikt
  5. hadden ingeblikt
  6. hadden ingeblikt
o.t.t.t.
  1. zal inblikken
  2. zult inblikken
  3. zal inblikken
  4. zullen inblikken
  5. zullen inblikken
  6. zullen inblikken
o.v.t.t.
  1. zou inblikken
  2. zou inblikken
  3. zou inblikken
  4. zouden inblikken
  5. zouden inblikken
  6. zouden inblikken
en verder
  1. is ingeblikt
diversen
  1. blik in!
  2. blikt in!
  3. ingeblikt
  4. inblikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inblikken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
konservera in blik conserveren; inblikken; inmaken conserveren; inleggen; verduurzamen; vertinnen

Wiktionary Translations for inblikken:


Cross Translation:
FromToVia
inblikken lägga in; konservera can — to preserve