Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. indikken:


Dutch

Detailed Translations for indikken from Dutch to Swedish

indikken:

indikken verbe (dik in, dikt in, dikte in, dikten in, ingedikt)

  1. indikken (door koken dikker maken; verdikken; inbinden; door koken verdikken; inkoken)
    koncentrera; reducera; kondensera; koka av
    • koncentrera verbe (koncentrerar, koncentrerade, koncentrerat)
    • reducera verbe (reducerar, reducerade, reducerat)
    • kondensera verbe (kondenserar, kondenserade, kondenserat)
    • koka av verbe (kokar av, kokade av, kokat av)
  2. indikken (door koken dikker worden; verdikken)
    koka in; tjockna
    • koka in verbe (kokar in, kokade in, kokat in)
    • tjockna verbe (tjocknar, tjocknade, tjocknat)

Conjugations for indikken:

o.t.t.
  1. dik in
  2. dikt in
  3. dikt in
  4. dikken in
  5. dikken in
  6. dikken in
o.v.t.
  1. dikte in
  2. dikte in
  3. dikte in
  4. dikten in
  5. dikten in
  6. dikten in
v.t.t.
  1. heb ingedikt
  2. hebt ingedikt
  3. heeft ingedikt
  4. hebben ingedikt
  5. hebben ingedikt
  6. hebben ingedikt
v.v.t.
  1. had ingedikt
  2. had ingedikt
  3. had ingedikt
  4. hadden ingedikt
  5. hadden ingedikt
  6. hadden ingedikt
o.t.t.t.
  1. zal indikken
  2. zult indikken
  3. zal indikken
  4. zullen indikken
  5. zullen indikken
  6. zullen indikken
o.v.t.t.
  1. zou indikken
  2. zou indikken
  3. zou indikken
  4. zouden indikken
  5. zouden indikken
  6. zouden indikken
en verder
  1. is ingedikt
diversen
  1. dik in!
  2. dikt in!
  3. ingedikt
  4. indikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for indikken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
koka av door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken
koka in door koken dikker worden; indikken; verdikken
koncentrera door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken dikker worden; geconcentreerder worden; stollen
kondensera door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken condenseren
reducera door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken afprijzen; besparen; bezuinigen; korten; lager maken; matigen; minder maken; minimaliseren; reduceren; verlagen; verminderen
tjockna door koken dikker worden; indikken; verdikken dikker worden; verdikken