Summary
Dutch
Detailed Translations for ingetrokken from Dutch to Swedish
ingetrokken:
-
ingetrokken
Translation Matrix for ingetrokken:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
dämpad | ingetrokken | |
dämpat | ingetrokken | |
underkuvat | ingetrokken |
ingetrokken form of intrekken:
-
intrekken (herroepen; terugkomen op; terugnemen)
-
intrekken (annuleren; afzeggen; nietig verklaren; afbestellen; afgelasten)
Conjugations for intrekken:
o.t.t.
- trek in
- trekt in
- trekt in
- trekken in
- trekken in
- trekken in
o.v.t.
- trok in
- trok in
- trok in
- trokken in
- trokken in
- trokken in
v.t.t.
- heb ingetrokken
- hebt ingetrokken
- heeft ingetrokken
- hebben ingetrokken
- hebben ingetrokken
- hebben ingetrokken
v.v.t.
- had ingetrokken
- had ingetrokken
- had ingetrokken
- hadden ingetrokken
- hadden ingetrokken
- hadden ingetrokken
o.t.t.t.
- zal intrekken
- zult intrekken
- zal intrekken
- zullen intrekken
- zullen intrekken
- zullen intrekken
o.v.t.t.
- zou intrekken
- zou intrekken
- zou intrekken
- zouden intrekken
- zouden intrekken
- zouden intrekken
diversen
- trek in!
- trekt in!
- ingetrokken
- intrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
intrekken (herroepen; opheffen; terugnemen)
Translation Matrix for intrekken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
höjande | herroepen; intrekken; opheffen; terugnemen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
annulera | afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren | doorhalen; schrappen |
avbeställa | afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; intrekken; nietig verklaren | delgen; tenietdoen; vernietigen |
återkalla | herroepen; intrekken; terugkomen op; terugnemen; zijn woorden terugnemen | delgen; herroepen; tenietdoen; terughalen; terugroepen; vernietigen |
Wiktionary Translations for intrekken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• intrekken | → sugas upp; tränga in | ↔ einziehen — in etwas eindringen |
• intrekken | → tåga in; gå in | ↔ einziehen — sich in etwas hineinbegeben |
• intrekken | → flytta in | ↔ einziehen — beziehen einer neuen häuslichen Umgebung. |
• intrekken | → sätta in | ↔ einziehen — etwas einfügen |
• intrekken | → dra in | ↔ einziehen — etwas einbehalten oder einfordern |
• intrekken | → inkalla | ↔ einziehen — Militär: jemanden zum Militärdienst einberufen |
• intrekken | → dra in | ↔ einziehen — etwas zurücknehmen, verbergen, schützen |
• intrekken | → återkalla | ↔ revoke — To cancel or invalidate by withdrawing or reversing |