Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- kenmerkend:
- kenmerken:
-
Wiktionary:
- kenmerkend → karakteristisk, kännetecknande
- kenmerken → markera, uppvisa, utpeka, kora, märka, stämpla
Dutch
Detailed Translations for kenmerkend from Dutch to Swedish
kenmerkend:
-
kenmerkend (karakteristiek; typisch; typerend; tekenend)
Translation Matrix for kenmerkend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
urskiljande | herkennen; thuisbrengen; waarnemen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
charactiristiskt | karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch | |
urskiljande | karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch |
Related Words for "kenmerkend":
Wiktionary Translations for kenmerkend:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kenmerkend | → karakteristisk; kännetecknande | ↔ characteristic — being a distinguishing feature of a person or thing |
kenmerken:
-
kenmerken (kenschetsen; karakteriseren; typeren)
-
kenmerken (karakteriseren; tekenen; typeren; kenschetsen)
Conjugations for kenmerken:
o.t.t.
- kenmerk
- kenmerkt
- kenmerkt
- kenmerken
- kenmerken
- kenmerken
o.v.t.
- kenmerkte
- kenmerkte
- kenmerkte
- kenmerkten
- kenmerkten
- kenmerkten
v.t.t.
- heb gekenmerkt
- hebt gekenmerkt
- heeft gekenmerkt
- hebben gekenmerkt
- hebben gekenmerkt
- hebben gekenmerkt
v.v.t.
- had gekenmerkt
- had gekenmerkt
- had gekenmerkt
- hadden gekenmerkt
- hadden gekenmerkt
- hadden gekenmerkt
o.t.t.t.
- zal kenmerken
- zult kenmerken
- zal kenmerken
- zullen kenmerken
- zullen kenmerken
- zullen kenmerken
o.v.t.t.
- zou kenmerken
- zou kenmerken
- zou kenmerken
- zouden kenmerken
- zouden kenmerken
- zouden kenmerken
en verder
- ben gekenmerkt
- bent gekenmerkt
- is gekenmerkt
- zijn gekenmerkt
- zijn gekenmerkt
- zijn gekenmerkt
diversen
- kenmerk!
- kenmerkt!
- gekenmerkt
- kenmerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kenmerken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
beskriva | karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren | afschilderen; beschrijven; mededelen; omschrijven; schetsen; uiteenzetten; verhalen; vertellen; weergeven; zeggen |
beteckna | karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren | |
definiera | karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren | afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; bepalen; definiëren; nader omschrijven; omlijnen; omschrijven; preciseren |
karakterisera | karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren | |
känneteckna | karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren | indexeren; van indexnummers voorzien |
utmärka | karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren |
Related Words for "kenmerken":
Wiktionary Translations for kenmerken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kenmerken | → markera | ↔ kennzeichnen — mit einer Markierung, einem Kennzeichen versehen |
• kenmerken | → uppvisa; utpeka; kora | ↔ désigner — Traduction à trier |
• kenmerken | → märka; stämpla | ↔ marquer — Distinguer une chose d’une autre au moyen d’une marque. (Sens général). |