Dutch
Detailed Translations for kwaken from Dutch to Swedish
kwaken:
Conjugations for kwaken:
o.t.t.
- kwaak
- kwaakt
- kwaakt
- kwaken
- kwaken
- kwaken
o.v.t.
- kwaakte
- kwaakte
- kwaakte
- kwaakten
- kwaakten
- kwaakten
v.t.t.
- heb gekwaakt
- hebt gekwaakt
- heeft gekwaakt
- hebben gekwaakt
- hebben gekwaakt
- hebben gekwaakt
v.v.t.
- had gekwaakt
- had gekwaakt
- had gekwaakt
- hadden gekwaakt
- hadden gekwaakt
- hadden gekwaakt
o.t.t.t.
- zal kwaken
- zult kwaken
- zal kwaken
- zullen kwaken
- zullen kwaken
- zullen kwaken
o.v.t.t.
- zou kwaken
- zou kwaken
- zou kwaken
- zouden kwaken
- zouden kwaken
- zouden kwaken
diversen
- kwaak!
- kwaakt!
- gekwaakt
- kwakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kwaken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
kvacka | kakelen; kwaken; kwekken; kwetteren; snateren |
Related Words for "kwaken":
kwak:
Translation Matrix for kwak:
Noun | Related Translations | Other Translations |
droppe | kledder; klodder; kwak; lik | borrel; drop; dropping; druppel; kleine slok; neut; slokje; staande receptie |
klick | kledder; klodder; kwak; lik | factie; groepering; klont; klonter |
krocka | dreun; klap; knal; kwak; smak | hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer |
sammanstöta | dreun; klap; knal; kwak; smak |
Related Words for "kwak":
Wiktionary Translations for kwak:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kwak | → natthäger | ↔ Nachtreiher — Zoologie, Ornithologie: Vogel aus der Familie der Reiher |
• kwak | → kvack | ↔ quack — sound made by a duck |