Dutch
Detailed Translations for laten vallen from Dutch to Swedish
laten vallen:
-
laten vallen (dumpen)
Conjugations for laten vallen:
o.t.t.
- laat vallen
- laat vallen
- laat vallen
- laten vallen
- laten vallen
- laten vallen
o.v.t.
- liet vallen
- liet vallen
- liet vallen
- lieten vallen
- lieten vallen
- lieten vallen
v.t.t.
- heb laten vallen
- hebt laten vallen
- heeft laten vallen
- hebben laten vallen
- hebben laten vallen
- hebben laten vallen
v.v.t.
- had laten vallen
- had laten vallen
- had laten vallen
- hadden laten vallen
- hadden laten vallen
- hadden laten vallen
o.t.t.t.
- zal laten vallen
- zult laten vallen
- zal laten vallen
- zullen laten vallen
- zullen laten vallen
- zullen laten vallen
o.v.t.t.
- zou laten vallen
- zou laten vallen
- zou laten vallen
- zouden laten vallen
- zouden laten vallen
- zouden laten vallen
diversen
- laat vallen!
- laat vallen!
- laten vallen
- vallen latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for laten vallen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
släppa | dumpen; laten vallen | aan de dijk zetten; afdanken; afhelpen; afsmijten; afstand doen; afvloeien; afwerpen; afzien; afzien van rechtsvervolging; amnestie verlenen; bevrijden van; congé geven; detacheren; eruit gooien; invrijheidstellen; lanceren; laten gaan; loshaken; loskrijgen; loslaten; losmaken; loswerken; niet vasthouden; op de markt brengen; scheiden; seponeren; uitgeven; van last bevrijden; van zijn positie verdrijven; verlossen; vrijlaten |
släppa ned | dumpen; laten vallen | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
släppa | versie |
Wiktionary Translations for laten vallen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• laten vallen | → tappa | ↔ drop — to allow to fall from one's grasp |
• laten vallen | → tappa | ↔ drop — to fail to pronounce |