Dutch
Detailed Translations for mallerd from Dutch to Swedish
mallerd:
Translation Matrix for mallerd:
Noun | Related Translations | Other Translations |
clown | grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel | clown; gek; grapjas; grappenmaker; hansworst; harlekijn; komiek; kwast; kwibus; lolbroek; nar; pierrot; potsenmaker; zot |
dåre | gek; mallerd; malloot; pias; zot; zottin | druiloor; dwaas; gek; idioot; ijveraar; imbeciel; kalfskop; maniak; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; scherpslijper; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul; zeloot |
knöl | gek; mallerd; malloot; pias; zot; zottin | bobbel; boerenlul; hobbel; hondsvot; hork; knobbel; knoest; kwast; kwetsuur; letsel; lummel; oneffenheid; ongelijkheid |
komiker | grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel | cabaretier; grapjas; grappenmaker; grappenmakers; komedianten; komiek; komieken; lolbroek; paljassen |
narr | grappenmaker; guit; komiek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; snaak; uilenspiegel | dwaas; gek; idioot; imbeciel |