Dutch
Detailed Translations for met effect spelen from Dutch to Swedish
met effect spelen:
met effect spelen verbe (speel met effect, speelt met effect, speelde met effect, speelden met effect, met effect gespeeld)
-
met effect spelen
Conjugations for met effect spelen:
o.t.t.
- speel met effect
- speelt met effect
- speelt met effect
o.v.t.
- speelde met effect
- speelde met effect
- speelde met effect
- speelden met effect
- speelden met effect
- speelden met effect
v.t.t.
- heb met effect gespeeld
- hebt met effect gespeeld
- heeft met effect gespeeld
- hebben met effect gespeeld
- hebben met effect gespeeld
- hebben met effect gespeeld
v.v.t.
- had met effect gespeeld
- had met effect gespeeld
- had met effect gespeeld
- hadden met effect gespeeld
- hadden met effect gespeeld
- hadden met effect gespeeld
o.t.t.t.
- zal met effect spelen
- zult met effect spelen
- zal met effect spelen
- zullen met effect spelen
- zullen met effect spelen
- zullen met effect spelen
o.v.t.t.
- zou met effect spelen
- zou met effect spelen
- zou met effect spelen
- zouden met effect spelen
- zouden met effect spelen
- zouden met effect spelen
diversen
- speel met effect!
- speelt met effect!
- met effect gespeeld
- met effect spelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for met effect spelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
klippa | kei; klif; klip; rif; rock; rolsteen; scheer; steen; steile bodemverheffing; uitstekende rots | |
skära | sikkel; sikkeltje; snijding; snoeimes | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
klippa | met effect spelen | afsnijden; bewerken; doorponsen; een knippend geluid maken; ponsen; snijden; stansen; tekst redigeren |
skära | met effect spelen | afsnijden; doorknippen; een knippend geluid maken; houtsnijden; in hout schrijven; inhakken; inhouwen; kerven; maaien; raspen; schaven; schuren; snerpen; snijden; snijwerk maken |
snida | met effect spelen | inhakken; inhouwen; voorsnijden |
tälja | met effect spelen | in hout schrijven; kerven; snijwerk maken |