Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. misbruikt:
  2. misbruiken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for misbruikt from Dutch to Swedish

misbruikt:

misbruikt adj

  1. misbruikt (verkracht)

Translation Matrix for misbruikt:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
våldtagen misbruikt; verkracht
våldtaget misbruikt; verkracht

misbruiken:

misbruiken verbe (misbruik, misbruikt, misbruikte, misbruikten, misbruikt)

  1. misbruiken
    misshandla; missbruka
    • misshandla verbe (misshandlar, misshandlade, misshandlat)
    • missbruka verbe (missbrukar, missbrukade, missbrukat)

Conjugations for misbruiken:

o.t.t.
  1. misbruik
  2. misbruikt
  3. misbruikt
  4. misbruiken
  5. misbruiken
  6. misbruiken
o.v.t.
  1. misbruikte
  2. misbruikte
  3. misbruikte
  4. misbruikten
  5. misbruikten
  6. misbruikten
v.t.t.
  1. heb misbruikt
  2. hebt misbruikt
  3. heeft misbruikt
  4. hebben misbruikt
  5. hebben misbruikt
  6. hebben misbruikt
v.v.t.
  1. had misbruikt
  2. had misbruikt
  3. had misbruikt
  4. hadden misbruikt
  5. hadden misbruikt
  6. hadden misbruikt
o.t.t.t.
  1. zal misbruiken
  2. zult misbruiken
  3. zal misbruiken
  4. zullen misbruiken
  5. zullen misbruiken
  6. zullen misbruiken
o.v.t.t.
  1. zou misbruiken
  2. zou misbruiken
  3. zou misbruiken
  4. zouden misbruiken
  5. zouden misbruiken
  6. zouden misbruiken
en verder
  1. ben misbruikt
  2. bent misbruikt
  3. is misbruikt
  4. zijn misbruikt
  5. zijn misbruikt
  6. zijn misbruikt
diversen
  1. misbruik!
  2. misbruikt!
  3. misbruikt
  4. misbruikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for misbruiken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
missbruka misbruiken
misshandla misbruiken mishandelen; molesteren; pijnigen

Related Words for "misbruiken":


Wiktionary Translations for misbruiken:


Cross Translation:
FromToVia
misbruiken missbruka abuse — to use improperly