Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. obstructie plegen:


Dutch

Detailed Translations for obstructie plegen from Dutch to Swedish

obstructie plegen:

obstructie plegen verbe (pleeg obstructie, pleegt obstructie, pleegde obstructie, pleegden obstructie, obstructie gepleegd)

  1. obstructie plegen
    motarbeta
    • motarbeta verbe (motarbetar, motarbetade, motarbetat)

Conjugations for obstructie plegen:

o.t.t.
  1. pleeg obstructie
  2. pleegt obstructie
  3. pleegt obstructie
  4. plegen obstructie
  5. plegen obstructie
  6. plegen obstructie
o.v.t.
  1. pleegde obstructie
  2. pleegde obstructie
  3. pleegde obstructie
  4. pleegden obstructie
  5. pleegden obstructie
  6. pleegden obstructie
v.t.t.
  1. heb obstructie gepleegd
  2. hebt obstructie gepleegd
  3. heeft obstructie gepleegd
  4. hebben obstructie gepleegd
  5. hebben obstructie gepleegd
  6. hebben obstructie gepleegd
v.v.t.
  1. had obstructie gepleegd
  2. had obstructie gepleegd
  3. had obstructie gepleegd
  4. hadden obstructie gepleegd
  5. hadden obstructie gepleegd
  6. hadden obstructie gepleegd
o.t.t.t.
  1. zal obstructie plegen
  2. zult obstructie plegen
  3. zal obstructie plegen
  4. zullen obstructie plegen
  5. zullen obstructie plegen
  6. zullen obstructie plegen
o.v.t.t.
  1. zou obstructie plegen
  2. zou obstructie plegen
  3. zou obstructie plegen
  4. zouden obstructie plegen
  5. zouden obstructie plegen
  6. zouden obstructie plegen
diversen
  1. pleeg obstructie!
  2. pleegt obstructie!
  3. obstructie gepleegd
  4. obstructie plegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for obstructie plegen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
motarbeta obstructie plegen doen mislukken; dwarsbomen; dwarsliggen; een stokje steken voor; hinderen; moeilijk maken; ontmoedigen; tegengaan; tegenstreven; tegenwerken; verijdelen; weerstreven

Related Translations for obstructie plegen