Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate omrekenen

Translate omrekenen from Dutch to Swedish

Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. omrekenen:

Dutch

Detailed Translations for omrekenen from Dutch to Swedish

omrekenen:

omrekenen verbe (reken om, rekent om, rekende om, rekenden om, omgerekend)

  1. omrekenen
    räkna om
    • räkna om verbe (räknar om, räknade om, räknat om)

Conjugations for omrekenen:

o.t.t.
  1. reken om
  2. rekent om
  3. rekent om
  4. rekenen om
  5. rekenen om
  6. rekenen om
o.v.t.
  1. rekende om
  2. rekende om
  3. rekende om
  4. rekenden om
  5. rekenden om
  6. rekenden om
v.t.t.
  1. heb omgerekend
  2. hebt omgerekend
  3. heeft omgerekend
  4. hebben omgerekend
  5. hebben omgerekend
  6. hebben omgerekend
v.v.t.
  1. had omgerekend
  2. had omgerekend
  3. had omgerekend
  4. hadden omgerekend
  5. hadden omgerekend
  6. hadden omgerekend
o.t.t.t.
  1. zal omrekenen
  2. zult omrekenen
  3. zal omrekenen
  4. zullen omrekenen
  5. zullen omrekenen
  6. zullen omrekenen
o.v.t.t.
  1. zou omrekenen
  2. zou omrekenen
  3. zou omrekenen
  4. zouden omrekenen
  5. zouden omrekenen
  6. zouden omrekenen
en verder
  3. is omgerekend
  6. zijn omgerekend
diversen
  1. reken om!
  2. rekent om!
  5. omgerekend
  6. omrekenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omrekenen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
räkna om omrekenen hertellen







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0168 seconds
Page rendered in 1.0 seconds