Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- onderhoudend:
- onderhouden:
-
Wiktionary:
- onderhouden → roa, behålla, förvara, konservera
Dutch
Detailed Translations for onderhoudend from Dutch to Swedish
onderhoudend:
-
onderhoudend (sociabel; gezellig)
gemytlig; gemytligt; sällskapligt; tillgängligt; konversabel; konversabelt-
gemytlig adj
-
gemytligt adj
-
sällskapligt adj
-
tillgängligt adj
-
konversabel adj
-
konversabelt adj
-
-
onderhoudend (vermakelijk; amusant)
Translation Matrix for onderhoudend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
underhållande | amuseren; conferencier; instandhouden; kost; onderhoud; onderhoudsgeld; vermaken; voedsel | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
underhållande | staande houden | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
gemytlig | gezellig; onderhoudend; sociabel | |
gemytligt | gezellig; onderhoudend; sociabel | |
konversabel | gezellig; onderhoudend; sociabel | |
konversabelt | gezellig; onderhoudend; sociabel | |
sällskapligt | gezellig; onderhoudend; sociabel | |
tillgängligt | gezellig; onderhoudend; sociabel | beschikbaar; beschikbare; charmant; disponibel; genegenheid opwekkend; in de handel; in de handel verkrijgbaar; innemend; minzaam; te koop; vacant; verkrijgbaar |
underhållande | amusant; onderhoudend; vermakelijk | gehandhaafd |
Related Words for "onderhoudend":
onderhoudend form of onderhouden:
-
onderhouden (financieel steunen)
stödja ekonomiskt; hjälpa någon finansiellt; underhålla-
hjälpa någon finansiellt verbe (hjälper någon finansiellt, hjälpte någon finansiellt, hjälpt någon finansiellt)
-
onderhouden (in stand houden; behouden)
Conjugations for onderhouden:
o.t.t.
- onderhoud
- onderhoudt
- onderhoudt
- onderhouden
- onderhouden
- onderhouden
o.v.t.
- onderhield
- onderhield
- onderhield
- onderhielden
- onderhielden
- onderhielden
v.t.t.
- heb onderhouden
- hebt onderhouden
- heeft onderhouden
- hebben onderhouden
- hebben onderhouden
- hebben onderhouden
v.v.t.
- had onderhouden
- had onderhouden
- had onderhouden
- hadden onderhouden
- hadden onderhouden
- hadden onderhouden
o.t.t.t.
- zal onderhouden
- zult onderhouden
- zal onderhouden
- zullen onderhouden
- zullen onderhouden
- zullen onderhouden
o.v.t.t.
- zou onderhouden
- zou onderhouden
- zou onderhouden
- zouden onderhouden
- zouden onderhouden
- zouden onderhouden
en verder
- ben onderhouden
- bent omderhouden
- is onderhouden
- zijn onderhouden
- zijn onderhouden
- zijn onderhouden
diversen
- onderhoud!
- onderhoudt!
- onderhouden
- onderhoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
onderhouden (verzorgd)
Translation Matrix for onderhouden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
hjälpa någon finansiellt | financieel steunen; onderhouden | |
hålla vid makt | behouden; in stand houden; onderhouden | |
stödja ekonomiskt | financieel steunen; onderhouden | |
underhålla | financieel steunen; onderhouden | binnenhalen; conserveren; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; instandhouden; onthalen; ontvangen; vergasten; verlustigen |
uppehålla | behouden; in stand houden; onderhouden | aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; ophouden; rekken; talmen; temporiseren; teuten; treuzelen; vertragen; zaniken; zeiken; zeuren |
upprätthålla | behouden; in stand houden; onderhouden | conserveren; groothouden; instandhouden |
vidmakthålla | behouden; in stand houden; onderhouden | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
omhändertagen | onderhouden; verzorgd | |
omhändertaget | onderhouden; verzorgd | |
sörjt för | onderhouden; verzorgd |
Related Words for "onderhouden":
Synonyms for "onderhouden":
Antonyms for "onderhouden":
Related Definitions for "onderhouden":
Wiktionary Translations for onderhouden:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• onderhouden | → roa | ↔ amuser — divertir par des choses agréables. |
• onderhouden | → behålla; förvara; konservera | ↔ conserver — maintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir. |
• onderhouden | → behålla; förvara; konservera | ↔ maintenir — tenir ferme et fixe. |