Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ontsnapt:
  2. ontsnappen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ontsnapt from Dutch to Swedish

ontsnapt:

ontsnapt adj

  1. ontsnapt (uitgebroken)

Translation Matrix for ontsnapt:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
göra ett utbrott ontsnapt; uitgebroken

ontsnapt form of ontsnappen:

ontsnappen verbe (ontsnap, ontsnapt, ontsnapte, ontsnapten, ontsnapt)

  1. ontsnappen (wegvluchten; vluchten; ontvluchten; uitwijken; ontkomen)
    fly; fly undan
    • fly verbe (flyr, flydde, flytt)
    • fly undan verbe (flyr undan, flydde undan, flytt undan)
  2. ontsnappen (zich bevrijden; vrijkomen; loskomen)
    vara befriad från

Conjugations for ontsnappen:

o.t.t.
  1. ontsnap
  2. ontsnapt
  3. ontsnapt
  4. ontsnappen
  5. ontsnappen
  6. ontsnappen
o.v.t.
  1. ontsnapte
  2. ontsnapte
  3. ontsnapte
  4. ontsnapten
  5. ontsnapten
  6. ontsnapten
v.t.t.
  1. ben ontsnapt
  2. bent ontsnapt
  3. is ontsnapt
  4. zijn ontsnapt
  5. zijn ontsnapt
  6. zijn ontsnapt
v.v.t.
  1. was ontsnapt
  2. was ontsnapt
  3. was ontsnapt
  4. waren ontsnapt
  5. waren ontsnapt
  6. waren ontsnapt
o.t.t.t.
  1. zal ontsnappen
  2. zult ontsnappen
  3. zal ontsnappen
  4. zullen ontsnappen
  5. zullen ontsnappen
  6. zullen ontsnappen
o.v.t.t.
  1. zou ontsnappen
  2. zou ontsnappen
  3. zou ontsnappen
  4. zouden ontsnappen
  5. zouden ontsnappen
  6. zouden ontsnappen
diversen
  1. ontsnap!
  2. ontsnapt!
  3. ontsnapt
  4. ontsnappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontsnappen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
fly ontkomen; ontsnappen; ontvluchten; uitwijken; vluchten; wegvluchten de plaat poetsen; ervandoor gaan; hardlopen; hem smeren; ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvlieden; ontvluchten; rennen; vlieden; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; wegvluchten; zich uit de voeten maken; zich vrijmaken
fly undan ontkomen; ontsnappen; ontvluchten; uitwijken; vluchten; wegvluchten
vara befriad från loskomen; ontsnappen; vrijkomen; zich bevrijden

Wiktionary Translations for ontsnappen:


Cross Translation:
FromToVia
ontsnappen fly escape — to get free
ontsnappen flykt escape — act of leaving a dangerous or unpleasant situation
ontsnappen fly flee — to run away; to escape
ontsnappen rymma; undkomma échapper — Se sauver, fuir