Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. onverschilligheid:
  2. onverschillig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onverschilligheid from Dutch to Swedish

onverschilligheid:

onverschilligheid [de ~ (v)] nom

  1. de onverschilligheid (gevoelloosheid; ongeïnteresseerdheid; afgestomptheid; ongevoeligheid; gevoelsarmoede)
  2. de onverschilligheid (indolentie; laksheid)
    likgiltighet; lättja; slöhet

Translation Matrix for onverschilligheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
likgiltighet afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; indolentie; laksheid; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid desinteresse; gebrek aan interesse
lättja indolentie; laksheid; onverschilligheid beuzelarij; futselarij; geluier; getreuzel; luilakkerij
slöhet indolentie; laksheid; onverschilligheid futloosheid; geluier; loomheid; luilakkerij; matheid; slapheid; vadsigheid

Related Words for "onverschilligheid":


Wiktionary Translations for onverschilligheid:


Cross Translation:
FromToVia
onverschilligheid likgiltighet indifference — the state of being indifferent
onverschilligheid likgiltighet indifférence — Traductions à trier suivant le sens

onverschillig:


Translation Matrix for onverschillig:

NounRelated TranslationsOther Translations
lika gelijke; weerga
ModifierRelated TranslationsOther Translations
kallsinnig ongeïnteresseerd; onverschillig onbegaan; ongevoelig
kallsinnigt ongeïnteresseerd; onverschillig hard; hardvochtig; onbarmhartig; onbegaan; ongenadig; ongevoelig
lika indifferent; laconiek; lauw; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig analoog; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; soortgelijk
likgiltig ongeïnteresseerd; onverschillig druilerig; miezerig; onaandoenlijk; vluchtelings
ointresserad ongeïnteresseerd; onverschillig hangerig; lui; niet onderwezen; niets doend; ongeleerd; ongeletterd; onontwikkeld
orörd koelbloedig; onbewogen; onverschillig gaaf; maagdelijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; ongerept; puur; virginaal; zuiver
orört koelbloedig; onbewogen; onverschillig gaaf; maagdelijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; ongerept; onverzwakt; puur; virginaal; zuiver
torrögt koelbloedig; onbewogen; onverschillig

Related Words for "onverschillig":


Antonyms for "onverschillig":


Related Definitions for "onverschillig":

  1. zonder belangstelling of betrokkenheid1
    • hij gaf een onverschillig antwoord1

Wiktionary Translations for onverschillig:


Cross Translation:
FromToVia
onverschillig likgiltig indifferent — not caring
onverschillig likgiltig; liknöjd indifférent — Qui ne présente en soi aucune cause de détermination, aucun motif de préférence.