Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. opduiken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opduiken from Dutch to Swedish

opduiken:

opduiken verbe (duik op, duikt op, dook op, doken op, opgedoken)

  1. opduiken (boven water komen; weer verschijnen)
    dyka upp
    • dyka upp verbe (dyker upp, dök upp, dykt upp)
  2. opduiken (opdagen; opkomen; verschijnen)
    synas; komma fram
    • synas verbe (synar, synade, synat)
    • komma fram verbe (kommer fram, komm fram, kommit fram)
  3. opduiken (van de bodem ophalen; opdiepen)

Conjugations for opduiken:

o.t.t.
  1. duik op
  2. duikt op
  3. duikt op
  4. duiken op
  5. duiken op
  6. duiken op
o.v.t.
  1. dook op
  2. dook op
  3. dook op
  4. doken op
  5. doken op
  6. doken op
v.t.t.
  1. ben opgedoken
  2. bent opgedoken
  3. is opgedoken
  4. zijn opgedoken
  5. zijn opgedoken
  6. zijn opgedoken
v.v.t.
  1. was opgedoken
  2. was opgedoken
  3. was opgedoken
  4. waren opgedoken
  5. waren opgedoken
  6. waren opgedoken
o.t.t.t.
  1. zal opduiken
  2. zult opduiken
  3. zal opduiken
  4. zullen opduiken
  5. zullen opduiken
  6. zullen opduiken
o.v.t.t.
  1. zou opduiken
  2. zou opduiken
  3. zou opduiken
  4. zouden opduiken
  5. zouden opduiken
  6. zouden opduiken
en verder
  1. heb opgedoken
  2. hebt opgedoken
  3. heeft opgedoken
  4. hebben opgedoken
  5. hebben opgedoken
  6. hebben opgedoken
diversen
  1. duik op!
  2. duikt op!
  3. opgedoken
  4. opduikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opduiken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dyka upp boven water komen; opduiken; weer verschijnen omhoogschroeven
komma fram opdagen; opduiken; opkomen; verschijnen tevoorschijn komen; tevoorschijnkomen
synas opdagen; opduiken; opkomen; verschijnen de schijn van iets hebben; schijnen; zichtbaar worden
ta upp från botten opdiepen; opduiken; van de bodem ophalen

Wiktionary Translations for opduiken:


Cross Translation:
FromToVia
opduiken dyka upp crop up — to occur