Noun | Related Translations | Other Translations |
avsluta
|
|
afkrijgen
|
avveckla
|
|
afwikkelen; zaakafwikkeling
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
avsluta
|
haspelen; op een haspel winden; opklossen; opwikkelen; opwinden
|
aankomen; afkrijgen; aflopen met; afmaken; afronden; afsluiten; afwerken; beëindigen; compleet maken; completeren; een einde maken aan; eindigen; fiksen; finishen; klaarkrijgen; klaarmaken; klaarspelen; laatste gedeelte afmaken; leegeten; naar einde toewerken; opeten; raken; ten einde zijn; terechtkomen; treffen; uithebben; uitkrijgen; vervolledigen; volbrengen; volledig maken; volmaken; voltooien; voor elkaar krijgen
|
avveckla
|
haspelen; op een haspel winden; opklossen; opwikkelen; opwinden
|
|
hetsa upp
|
haspelen; op een haspel winden; opklossen; opwikkelen; opwinden
|
|
sluta
|
haspelen; op een haspel winden; opklossen; opwikkelen; opwinden
|
aankomen; afhaken; afsluiten; afvallen; afzeggen; afzien van; belanden; eindigen; ermee uitscheiden; eruitstappen; finishen; geraken; naar einde toewerken; opgeven; ophouden; staken; stoppen; terechtkomen; uitscheiden; verzeilen
|