Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. overweg kunnen:


Dutch

Detailed Translations for overweg kunnen from Dutch to Swedish

overweg kunnen:

overweg kunnen verbe (kan overweg, kunt overweg, kon overweg, konden overweg, overweg gekund)

  1. overweg kunnen
    komma överens; komma vidare
    • komma överens verbe (kommer överens, komm överens, kommit överens)
    • komma vidare verbe (kommer vidare, komm vidare, kommit vidare)

Conjugations for overweg kunnen:

o.t.t.
  1. kan overweg
  2. kunt overweg
  3. kan overweg
  4. kunnen overweg
  5. kunnen overweg
  6. kunnen overweg
o.v.t.
  1. kon overweg
  2. kon overweg
  3. kon overweg
  4. konden overweg
  5. konden overweg
  6. konden overweg
v.t.t.
  1. heb overweg gekund
  2. hebt overweg gekund
  3. heeft overweg gekund
  4. hebben overweg gekund
  5. hebben overweg gekund
  6. hebben overweg gekund
v.v.t.
  1. had overweg gekund
  2. had overweg gekund
  3. had overweg gekund
  4. hadden overweg gekund
  5. hadden overweg gekund
  6. hadden overweg gekund
o.t.t.t.
  1. zal overweg kunnen
  2. zult overweg kunnen
  3. zal overweg kunnen
  4. zullen overweg kunnen
  5. zullen overweg kunnen
  6. zullen overweg kunnen
o.v.t.t.
  1. zou overweg kunnen
  2. zou overweg kunnen
  3. zou overweg kunnen
  4. zouden overweg kunnen
  5. zouden overweg kunnen
  6. zouden overweg kunnen
diversen
  1. kan overweg!
  2. overweg gekund
  3. overweg kunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overweg kunnen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
komma vidare overweg kunnen
komma överens overweg kunnen correct zijn; kloppen; ruzie bijleggen; schikken

Related Translations for overweg kunnen