Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. prakkiseren:


Dutch

Detailed Translations for prakkiseren from Dutch to Swedish

prakkiseren:

prakkiseren verbe

  1. prakkiseren (nadenken; peinzen; piekeren)
    tänka; tycka; fundera; grubbla; ruva
    • tänka verbe (tänker, tänkte, tänkt)
    • tycka verbe (tycker, tyckte, tyckt)
    • fundera verbe (funderar, funderade, funderat)
    • grubbla verbe (grubblar, grubblade, grubblat)
    • ruva verbe (ruvar, ruvade, ruvat)

Translation Matrix for prakkiseren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
fundera nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren in gedachten verzonken zijn; mijmeren; plussen
grubbla nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren bouderen; diep nadenken; een pruillip trekken; in gedachten verzonken zijn; mijmeren; plussen; pruilen
ruva nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren vastroesten
tycka nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren menen; van mening zijn
tänka nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren bedoelen; beogen; plussen; ten doel hebben; van plan zijn