Dutch
Detailed Translations for rekken from Dutch to Swedish
rekken:
-
rekken (oprekken)
-
rekken (voor zich uitschuiven; uitstellen; verschuiven; vertragen; opschuiven; opschorten)
-
rekken (uitstrekken)
-
rekken (vertragen; temporiseren)
Conjugations for rekken:
o.t.t.
- rek
- rekt
- rekt
- rekken
- rekken
- rekken
o.v.t.
- rekte
- rekte
- rekte
- rekten
- rekten
- rekten
v.t.t.
- heb gerekt
- hebt gerekt
- heeft gerekt
- hebben gerekt
- hebben gerekt
- hebben gerekt
v.v.t.
- had gerekt
- had gerekt
- had gerekt
- hadden gerekt
- hadden gerekt
- hadden gerekt
o.t.t.t.
- zal rekken
- zult rekken
- zal rekken
- zullen rekken
- zullen rekken
- zullen rekken
o.v.t.t.
- zou rekken
- zou rekken
- zou rekken
- zouden rekken
- zouden rekken
- zouden rekken
diversen
- rek!
- rekt!
- gerekt
- rekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for rekken:
Related Words for "rekken":
rekken form of rek:
-
de rek (rekbaarheid; veerkracht)
-
de rek (stelling; stellage; latwerk)
-
de rek (droogrek)
-
de rek (veerkracht; spankracht)
Translation Matrix for rek:
Noun | Related Translations | Other Translations |
elasticitet | rek; spankracht; veerkracht | elasticiteit; incasseringsvermogen; veerkracht; weerstand; weerstandsvermogen |
elastiskt | rek; rekbaarheid; veerkracht | |
ställ | latwerk; rek; stellage; stelling | pijnbank |
ställning | latwerk; rek; stellage; stelling | bewering; hefinstallatie; houding; ligging; pijnbank; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema |
torkställ | droogrek; rek | |
töjbarhet | rek; spankracht; veerkracht | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
elastiskt | elastisch; rekbaar; veerkrachtig; verend |