Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. reuzelekker:


Dutch

Detailed Translations for reuzelekker from Dutch to Swedish

reuzelekker:


Translation Matrix for reuzelekker:

NounRelated TranslationsOther Translations
underbar saletjonker; salonheld
ModifierRelated TranslationsOther Translations
himmelskt heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig goddelijk; heerlijk; hemels; paradijselijk; tot de hemel behorend; verrukkelijk; zalig
härlig heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig aanlokkelijk; betoverend; glorierijk; heilig; lekker; lieflijk; luisterrijk; magnifiek; prachtig; schitterend; smakelijk; verheerlijkt; verlokkend; zalig
härligt heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig aanlokkelijk; beeldschoon; betoverend; geschikt; glorierijk; heerlijk; heilig; lekker; lieflijk; luisterrijk; magnifiek; mieters; prachtig; riant; schitterend; smakelijk; tof; verheerlijkt; verlokkend; verrukkelijk; zalig
kostbart heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig duur; kostbaar; prijzig
underbar heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig beeldig; beeldschoon; dolletjes; enig; fantastisch; fenomenaal; geschikt; geweldig; glorierijk; groots; heerlijk; heilig; kiplekker; kostelijk; mieters; prima; puik; riant; tof; uitstekend; verheerlijkt; verrukkelijk; voortreffelijk; wonderbaarlijk; zalig
underbart heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig allerliefst; beeldig; beeldschoon; betoverend; dolletjes; dottig; enig; geschikt; glorierijk; heerlijk; heilig; kiplekker; kostelijk; lief; liefelijk; lieflijk; luisterrijk; magnifiek; mieters; prachtig; prima; riant; schattig; schitterend; snoezig; tof; uitstekend; verheerlijkt; verrukkelijk; vertederend; voortreffelijk; wonderbaarlijk; zalig
utsökt heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; reuzelekker; smakelijk; verrukkelijk; zalig heel mooi; riant; uitgelezen