Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ricocheren:


Dutch

Detailed Translations for ricocheren from Dutch to Swedish

ricocheren:

ricocheren [znw.] nom

  1. ricocheren (afketsen; terugkaatsen; afstuiten)

ricocheren verbe

  1. ricocheren (afketsen)
    necka
    • necka verbe (neckar, neckade, neckat)

Translation Matrix for ricocheren:

NounRelated TranslationsOther Translations
slå tillbaka afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
ta tillbaka afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
VerbRelated TranslationsOther Translations
necka afketsen; ricocheren
slå tillbaka terugslaan; terugvechten
ta tillbaka op de achtergrond treden; terugtreden