Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- ronselen:
-
Wiktionary:
- ronselen → värva, rekrytera, kommendera, sjanghaja
Dutch
Detailed Translations for ronselen from Dutch to Swedish
ronselen:
-
ronselen
pressa; locka att ta värvning-
locka att ta värvning verbe (lockar att ta värvning, lockade att ta värvning, lockat att ta värvning)
-
ronselen (rekruteren; aantrekken)
Conjugations for ronselen:
o.t.t.
- ronsel
- ronselt
- ronselt
- ronselen
- ronselen
- ronselen
o.v.t.
- ronselde
- ronselde
- ronselde
- ronselden
- ronselden
- ronselden
v.t.t.
- heb geronseld
- hebt geronseld
- heeft geronseld
- hebben geronseld
- hebben geronseld
- hebben geronseld
v.v.t.
- had geronseld
- had geronseld
- had geronseld
- hadden geronseld
- hadden geronseld
- hadden geronseld
o.t.t.t.
- zal ronselen
- zult ronselen
- zal ronselen
- zullen ronselen
- zullen ronselen
- zullen ronselen
o.v.t.t.
- zou ronselen
- zou ronselen
- zou ronselen
- zouden ronselen
- zouden ronselen
- zouden ronselen
en verder
- ben geronseld
- bent geronseld
- is geronseld
- zijn geronseld
- zijn geronseld
- zijn geronseld
diversen
- ronsel!
- ronselt!
- geronseld
- ronselend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ronselen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
locka att ta värvning | ronselen | |
pressa | ronselen | aandrukken; dichtknijpen; dringen; duwen; gladstrijken; knellen; leegknijpen; oppersen; persen; strak zitten; strijken; uitpersen; vastdrukken |
rekrytera | aantrekken; rekruteren; ronselen | aannemen; aantrekken; aanwerven; adverteren; in dienst nemen; inhuren; rekruteren; werven |
Wiktionary Translations for ronselen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ronselen | → värva; rekrytera; kommendera | ↔ draft — to conscript a person |
• ronselen | → sjanghaja | ↔ schanghaien — transitiv; Seemannssprache: jemanden durch List und Täuschung – zumeist indem dieser mit Alkohol berauscht wird – zum Matrosendienst auf einem Schiff anwerben und diesen (mit Gewalt) einschiffen |