Summary
Dutch
Detailed Translations for schilderen from Dutch to Swedish
schilderen:
-
schilderen (portretteren; tekenen; afbeelden)
-
schilderen (verven; lakken; beschilderen)
Conjugations for schilderen:
o.t.t.
- schilder
- schildert
- schildert
- schilderen
- schilderen
- schilderen
o.v.t.
- schilderde
- schilderde
- schilderde
- schilderden
- schilderden
- schilderden
v.t.t.
- heb geschilderd
- hebt geschilderd
- heeft geschilderd
- hebben geschilderd
- hebben geschilderd
- hebben geschilderd
v.v.t.
- had geschilderd
- had geschilderd
- had geschilderd
- hadden geschilderd
- hadden geschilderd
- hadden geschilderd
o.t.t.t.
- zal schilderen
- zult schilderen
- zal schilderen
- zullen schilderen
- zullen schilderen
- zullen schilderen
o.v.t.t.
- zou schilderen
- zou schilderen
- zou schilderen
- zouden schilderen
- zouden schilderen
- zouden schilderen
en verder
- ben geschilderd
- bent geschilderd
- is geschilderd
- zijn geschilderd
- zijn geschilderd
- zijn geschilderd
diversen
- schilder!
- schildert!
- geschilderd
- schilderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for schilderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
måla | beschilderen | |
tavla | schilderen | doek; het verven; plaatje; schilderij; schildering; schilderstuk; tableau; verven |
Verb | Related Translations | Other Translations |
avbilda | afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen | afschilderen; doen lijken; dupliceren; uitschilderen |
färga | beschilderen; lakken; schilderen; verven | inkleuren |
måla | beschilderen; lakken; schilderen; verven | inkleuren |
måla av | afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen | |
porträttera | afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen | uitbeelden; uitschilderen; verbeelden; verpersonificeren; vertolken |
tona | beschilderen; lakken; schilderen; verven | kleuren; tinten |
Related Words for "schilderen":
Related Definitions for "schilderen":
Wiktionary Translations for schilderen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schilderen | → måla | ↔ paint — practise the art of painting pictures |
• schilderen | → måleri; målning | ↔ painting — the action of applying paint |
• schilderen | → måleri | ↔ painting — artistic application of paint |
• schilderen | → beskriva; framställa; karakterisera; måla; skildra; forma; skapa; trycka | ↔ zeichnen — (transitiv); im übertragenen Sinne: schildern; (in literarischen Darbietungen und Texten) Figuren, Charaktere mittels Zeichen, Sprachstil, Gesten, in Haltung und Miene interagierend handeln lassen |
• schilderen | → måla | ↔ dépeindre — décrire et représenter par le discours. |
• schilderen | → måla | ↔ peindre — enduire ou couvrir de peinture, de couleur ou de pigments. |
schilderen form of schilder:
-
de schilder (huisschilder; verver; huisschilderes)
Translation Matrix for schilder:
Noun | Related Translations | Other Translations |
målare | huisschilder; huisschilderes; schilder; verver | behanger; fijnschilder; huisschilders; kunstschilder; schilderes; schilders; ververs |
Related Words for "schilder":
Wiktionary Translations for schilder:
schilder
Cross Translation:
noun
-
een kunstenaar die geschilderde afbeeldingen maakt
- schilder → konstnär
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schilder | → konstnär; målare | ↔ Maler — Künstler, der Bilder malen |
• schilder | → målare | ↔ Maler — Handwerker, der beispielsweise Wand streichen |
• schilder | → målare; konstnär | ↔ painter — artist |
• schilder | → målare | ↔ painter — laborer |
• schilder | → målare; skildrare | ↔ peintre — artiste utilisant la peinture pour son art. |