Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. schuim vormen:


Dutch

Detailed Translations for schuim vormen from Dutch to Swedish

schuim vormen:

schuim vormen verbe (vorm schuim, vormt schuim, vormde schuim, vormden schuim, schuim gevormd)

  1. schuim vormen (schuimen)
    skumma
    • skumma verbe (skummar, skummade, skummat)

Conjugations for schuim vormen:

o.t.t.
  1. vorm schuim
  2. vormt schuim
  3. vormt schuim
  4. vormen schuim
  5. vormen schuim
  6. vormen schuim
o.v.t.
  1. vormde schuim
  2. vormde schuim
  3. vormde schuim
  4. vormden schuim
  5. vormden schuim
  6. vormden schuim
v.t.t.
  1. heb schuim gevormd
  2. hebt schuim gevormd
  3. heeft schuim gevormd
  4. hebben schuim gevormd
  5. hebben schuim gevormd
  6. hebben schuim gevormd
v.v.t.
  1. had schuim gevormd
  2. had schuim gevormd
  3. had schuim gevormd
  4. hadden schuim gevormd
  5. hadden schuim gevormd
  6. hadden schuim gevormd
o.t.t.t.
  1. zal schuim vormen
  2. zult schuim vormen
  3. zal schuim vormen
  4. zullen schuim vormen
  5. zullen schuim vormen
  6. zullen schuim vormen
o.v.t.t.
  1. zou schuim vormen
  2. zou schuim vormen
  3. zou schuim vormen
  4. zouden schuim vormen
  5. zouden schuim vormen
  6. zouden schuim vormen
en verder
  1. ben schuim gevormd
  2. bent schuim gevormd
  3. is schuim gevormd
  4. zijn schuim gevormd
  5. zijn schuim gevormd
  6. zijn schuim gevormd
diversen
  1. vorm schuim!
  2. vormt schuim!
  3. schuim gevormd
  4. schuimvormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schuim vormen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
skumma schuim vormen; schuimen afromen; afschuimen; afspanen

Related Translations for schuim vormen