Dutch
Detailed Translations for slaapwandelen from Dutch to Swedish
slaapwandelen:
-
slaapwandelen
Conjugations for slaapwandelen:
o.t.t.
- wandel slaap
- wandelt slaap
- wandelt slaap
- wandelen slaap
- wandelen slaap
- wandelen slaap
o.v.t.
- wandelde slaap
- wandelde slaap
- wandelde slaap
- wandelden slaap
- wandelden slaap
- wandelden slaap
v.t.t.
- heb slaap gewandeld
- hebt slaap gewandeld
- heeft slaap gewandeld
- hebben slaap gewandeld
- hebben slaap gewandeld
- hebben slaap gewandeld
v.v.t.
- had slaap gewandeld
- had slaap gewandeld
- had slaap gewandeld
- hadden slaap gewandeld
- hadden slaap gewandeld
- hadden slaap gewandeld
o.t.t.t.
- zal slaapwandelen
- zult slaapwandelen
- zal slaapwandelen
- zullen slaapwandelen
- zullen slaapwandelen
- zullen slaapwandelen
o.v.t.t.
- zou slaapwandelen
- zou slaapwandelen
- zou slaapwandelen
- zouden slaapwandelen
- zouden slaapwandelen
- zouden slaapwandelen
en verder
- ben slaap gewandeld
- bent slaap gewandeld
- is slaap gewandeld
- zijn slaap gewandeld
- zijn slaap gewandeld
- zijn slaap gewandeld
diversen
- wandel slaap!
- wandelt slaap!
- slaap gewandeld
- slaap wandelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for slaapwandelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
gå i sömnen | slaapwandelen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
gå i sömnen | slaapwandelen |