Summary
Dutch
Detailed Translations for solide from Dutch to Swedish
solide:
-
solide (stevig gebouwd; stevig; sterk; robuust; ferm; flink; fiks)
-
solide (stevig; degelijk)
-
solide (op goede gronden steunend; gegrond; gefundeerd; degelijk; aannemelijk; steekhoudend; logisch)
Translation Matrix for solide:
Verb | Related Translations | Other Translations |
fast | abstineren; vasten | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
övertygande | aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend | fascinerend; gerechtvaardigd; gewettigd; op deugdelijke gronden steunend |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
fast | degelijk; solide; stevig | gelijkmatig; gestaag; hecht |
muskulös | ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd | gespierd |
muskulöst | ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd | gespierd |
robust | degelijk; solide; stevig | flink; fors; grof; grofgebouwd; lomp; potig; ruw; stevig |
stadig | degelijk; solide; stevig | corpulent; dik; gelijkmatig; gestaag; gezet; lijvig; stabiel; stevig; zwaarlijvig |
välbyggt | ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd | goedgebouwd; goedgevormd; welgebouwd; welgeschapen; welgevormd |