Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. stijven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stijven from Dutch to Swedish

stijven:

stijven verbe (stijf, stijft, steef, steven, gesteven)

  1. stijven (stijf maken)
    stärka; stärka tyg
    • stärka verbe (stärker, stärkte, stärkt)
    • stärka tyg verbe (stärker tyg, stärkte tyg, stärkt tyg)

Conjugations for stijven:

o.t.t.
  1. stijf
  2. stijft
  3. stijft
  4. stijven
  5. stijven
  6. stijven
o.v.t.
  1. steef
  2. steef
  3. steef
  4. steven
  5. steven
  6. steven
v.t.t.
  1. heb gesteven
  2. hebt gesteven
  3. heeft gesteven
  4. hebben gesteven
  5. hebben gesteven
  6. hebben gesteven
v.v.t.
  1. had gesteven
  2. had gesteven
  3. had gesteven
  4. hadden gesteven
  5. hadden gesteven
  6. hadden gesteven
o.t.t.t.
  1. zal stijven
  2. zult stijven
  3. zal stijven
  4. zullen stijven
  5. zullen stijven
  6. zullen stijven
o.v.t.t.
  1. zou stijven
  2. zou stijven
  3. zou stijven
  4. zouden stijven
  5. zouden stijven
  6. zouden stijven
en verder
  1. ben gesteven
  2. bent gesteven
  3. is gesteven
  4. zijn gesteven
  5. zijn gesteven
  6. zijn gesteven
diversen
  1. stijf!
  2. stijft!
  3. gesteven
  4. stijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stijven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
stärka stijf maken; stijven aanscherpen; consolideren; intensiveren; sterker maken; toespitsen; verhevigen; versterken; verstevigen
stärka tyg stijf maken; stijven

Wiktionary Translations for stijven:


Cross Translation:
FromToVia
stijven ombesörja pourvoir — Aviser à quelque chose, y donner ordre, suppléer à ce qui manque. (Sens général)