Dutch
Detailed Translations for stilhouden from Dutch to Swedish
stilhouden:
-
stilhouden (blijven staan; stoppen; inhouden; stilstaan)
Conjugations for stilhouden:
o.t.t.
- houd stil
- houdt stil
- houdt stil
- houden stil
- houden stil
- houden stil
o.v.t.
- hield stil
- hield stil
- hield stil
- hielden stil
- hielden stil
- hielden stil
v.t.t.
- heb stil gehouden
- hebt stil gehouden
- heeft stil gehouden
- hebben stil gehouden
- hebben stil gehouden
- hebben stil gehouden
v.v.t.
- had stil gehouden
- had stil gehouden
- had stil gehouden
- hadden stil gehouden
- hadden stil gehouden
- hadden stil gehouden
o.t.t.t.
- zal stilhouden
- zult stilhouden
- zal stilhouden
- zullen stilhouden
- zullen stilhouden
- zullen stilhouden
o.v.t.t.
- zou stilhouden
- zou stilhouden
- zou stilhouden
- zouden stilhouden
- zouden stilhouden
- zouden stilhouden
en verder
- ben stil gehouden
- bent stil gehouden
- is stil gehouden
- zijn stil gehouden
- zijn stil gehouden
- zijn stil gehouden
diversen
- houd stil!
- houdt stil!
- stil gehouden
- stil houdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stilhouden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
stanna | aborteren; stilhouden; stoppen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
stanna | doen stoppen; halt houden; ophouden; remmen; stilstaan; stopzetten; tegengehouden worden; tegenhouden; tot staan brengen; tot stilstand komen | |
stå stilla | blijven staan; inhouden; stilhouden; stilstaan; stoppen | stilstaan; tot stilstand komen |