Dutch
Detailed Translations for stroken from Dutch to Swedish
stroken:
-
stroken (overeenstemmen met; overeenkomen; overeenkomen met; kloppen met; stroken met)
-
stroken (corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen)
Translation Matrix for stroken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
avstämma med | kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met | |
passa | kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met | aangenaam aandoen; bevallen; bijpassen; conveniëren; deugen; gelegen komen; geschikt zijn; passen; passend zijn; plezieren; schikken; staan; uitkomen |
överenskomma med | corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen; stroken |
Related Words for "stroken":
Wiktionary Translations for stroken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stroken | → motsvara | ↔ entsprechen — (mit Dativ) auf gleichem oder angemessenem Niveau sein |
strook:
Translation Matrix for strook:
Noun | Related Translations | Other Translations |
band | strook | aansluiting; band; bandjes; binding; blaaskapel; cassette; cassettebandje; connectie; draagband; draagriem; fanfare; fanfarekorps; galon; gebondenheid; geluidsband; harmonie; inktlint; kapel; kapellen; koorden; liaison; link; linten; lintje; magneetband; muziekgezelschappen; muziekkorps; omzoming; relatie; samenhang; snoeren; tres; verband; verbinding |
klisterband | banderol; strook | klittenband |
pipande | bies; strook | gepijp |
pipspel | bies; strook | gepijp |
rörläggning | bies; strook | gepijp |
volang | strook; volant | |
Other | Related Translations | Other Translations |
körfil | strook |