Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. stuurs:
  2. stuur:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stuurs from Dutch to Swedish

stuurs:


Translation Matrix for stuurs:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
gnällig gemelijk; knorrig; nurks; stuurs; wrevelig
gnälligt gemelijk; knorrig; nurks; stuurs; wrevelig
irriterad geirriteerd; gemelijk; knorrig; nurks; stuurs; wrevelig boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; ontstoken; razend; tierend; woedend; woest
kinkigt gemelijk; knorrig; nurks; stuurs; wrevelig chagrijnig; kregelig; kribbig; lang en dun; piekerig; pruilerig; spinachtig; sprietig
knarrigt gemelijk; knorrig; nurks; stuurs; wrevelig brommmerig; chagrijnig; knorrig; korzelig; kregelig; kribbig; nors; nurks
retligt gemelijk; knorrig; nurks; stuurs; wrevelig kregelig; kribbig; provocerend; uitdagend
vresig gemelijk; knorrig; nurks; stuurs; wrevelig bokkig; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; korzelig; narrig; nors; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
vresigt gemelijk; knorrig; nurks; stuurs; wrevelig bokkig; brommmerig; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; korzelig; narrig; nors; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd

Related Words for "stuurs":


Wiktionary Translations for stuurs:


Cross Translation:
FromToVia
stuurs ovänlig; snäsig bougon — (familier, fr) Qui a tendance à bougonner.
stuurs ovänlig; snäsig grognon — Qui grogner. — usage N’a pas de féminin quand il s’applique aux personnes.
stuurs förtretlig; oangenäm; obehaglig; otrevlig; ovänlig; snäsig maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné.
stuurs ovänlig; snäsig quinteux — Qui est fantasque, qui est sujet à des quintes, à des accès de mauvaise humeur.

stuurs form of stuur:

stuur [het ~] nom

  1. het stuur (stuurwiel; stuurrad)
    styrhjul; ratt

Translation Matrix for stuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
ratt stuur; stuurrad; stuurwiel stuuras
styrhjul stuur; stuurrad; stuurwiel sturen; stuurraderen; stuurwielen; vliegwielen

Related Words for "stuur":


Wiktionary Translations for stuur:

stuur
noun
  1. een hulpmiddel waarmee een bestuurder richting kan geven aan een voertuig