Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. sulligheid:
  2. sullig:


Dutch

Detailed Translations for sulligheid from Dutch to Swedish

sulligheid:

sulligheid [de ~ (v)] nom

  1. de sulligheid (slapheid; zwakte; zwakheid; )
    svaghet; fragilitet

Translation Matrix for sulligheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
fragilitet krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte
svaghet krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte krachteloosheid; slapte; weekheid; weekte; zachtheid; zwak punt; zwakheid; zwakte

Related Words for "sulligheid":


sullig:

sullig adj

  1. sullig

Translation Matrix for sullig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
behaglig person sullig

Related Words for "sullig":