Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate tijgeren

Translate tijgeren from Dutch to Swedish

Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. tijgeren:
  2. tijger:
  3. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for tijgeren from Dutch to Swedish

tijgeren:

tijgeren verbe (tijger, tijgert, tijgerde, tijgerden, getijgerd)

  1. tijgeren (besluipen; bekruipen)
    leta; smyga sig på
    • leta verbe (letar, letade, letat)
    • smyga sig på verbe (smyger sig på, smög sig på, smugit sig på)

Conjugations for tijgeren:

o.t.t.
  1. tijger
  2. tijgert
  3. tijgert
  4. tijgeren
  5. tijgeren
  6. tijgeren
o.v.t.
  1. tijgerde
  2. tijgerde
  3. tijgerde
  4. tijgerden
  5. tijgerden
  6. tijgerden
v.t.t.
  1. heb getijgerd
  2. hebt getijgerd
  3. heeft getijgerd
  4. hebben getijgerd
  5. hebben getijgerd
  6. hebben getijgerd
v.v.t.
  1. had getijgerd
  2. had getijgerd
  3. had getijgerd
  4. hadden getijgerd
  5. hadden getijgerd
  6. hadden getijgerd
o.t.t.t.
  1. zal tijgeren
  2. zult tijgeren
  3. zal tijgeren
  4. zullen tijgeren
  5. zullen tijgeren
  6. zullen tijgeren
o.v.t.t.
  1. zou tijgeren
  2. zou tijgeren
  3. zou tijgeren
  4. zouden tijgeren
  5. zouden tijgeren
  6. zouden tijgeren
en verder
  1. ben getijgerd
  2. bent getijgerd
  3. is getijgerd
  4. zijn getijgerd
  5. zijn getijgerd
  6. zijn getijgerd
diversen
  1. tijger!
  2. tijgert!
  5. getijgerd
  6. tijgerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tijgeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
leta bekruipen; besluipen; tijgeren
smyga sig på bekruipen; besluipen; tijgeren aansluipen; sluipend naderen; toesluipen

Related Words for "tijgeren":


tijgeren form of tijger:

tijger [de ~ (m)] nom

  1. de tijger (tijgerin)
    tiger

Translation Matrix for tijger:

NounRelated TranslationsOther Translations
tiger tijger; tijgerin

Related Words for "tijger":

  • tijgeren, tijgers, tijgertje, tijgertjes

Wiktionary Translations for tijger:

Cross Translation:
FromToVia
• tijger → tiger ↔ Tiger — Zoologie: (in Asien beheimatetes, zu den Großkatzen zählendes) sehr kräftiges, solitär lebendes Raubtier (Panthera tigris), dessen charakteristisches Fell, je nach Unterart, blass rötlich gelb bis rotbraun (Kopf- und Rumpfunterseite sowie Beininnenseit
• tijger → tiger ↔ tiger — The mammal Panthera tigris
• tijger → tiger ↔ tigre — zoologie|fr Espèce de mammifère carnassier, le plus grand de la famille des félidés, au pelage généralement fauve, rayé de bandes noires transversales. La femelle est la tigresse, le petit le tigreau. Le tigre râler, rauquer ou [[f

External Machine Translations:






Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0363 seconds
Page rendered in 1.0 seconds