Dutch
Detailed Translations for toosten from Dutch to Swedish
toosten:
-
toosten (een toost uitbrengen)
dricka någons hälsa till-
dricka någons hälsa till verbe (dricker någons hälsa till, drack någons hälsa till, druckit någons hälsa till)
-
Conjugations for toosten:
o.t.t.
- toost
- toost
- toost
- toosten
- toosten
- toosten
o.v.t.
- toostte
- toostte
- toostte
- toostten
- toostten
- toostten
v.t.t.
- heb getoost
- hebt getoost
- heeft getoost
- hebben getoost
- hebben getoost
- hebben getoost
v.v.t.
- had getoost
- had getoost
- had getoost
- hadden getoost
- hadden getoost
- hadden getoost
o.t.t.t.
- zal toosten
- zult toosten
- zal toosten
- zullen toosten
- zullen toosten
- zullen toosten
o.v.t.t.
- zou toosten
- zou toosten
- zou toosten
- zouden toosten
- zouden toosten
- zouden toosten
en verder
- ben getoost
- bent getoost
- is getoost
- zijn getoost
- zijn getoost
- zijn getoost
diversen
- toost!
- toost!
- getoost
- toostend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de toosten (heildronken)
Translation Matrix for toosten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
rostade brödskivor | heildronken; toosten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
dricka någons hälsa till | een toost uitbrengen; toosten |
Related Words for "toosten":
toost:
-
de toost (heildronk)
-
de toost (geroosterd brood; toast; toostbrood)
Translation Matrix for toost:
Noun | Related Translations | Other Translations |
rostad bröd | geroosterd brood; toast; toost; toostbrood | |
tacksägelsebön | heildronk; toost | |
välsignelse | heildronk; toost | gelukzaligheid; gezegende toestand; heerlijkheid; heil; voorspoed; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening |