Summary
Dutch
Detailed Translations for uitbrengen from Dutch to Swedish
uitbrengen:
-
uitbrengen (publiceren; openbaren)
-
uitbrengen (uitgeven)
-
uitbrengen (verraden; verklikken; verklappen; aangeven; verlinken; aanbrengen)
Conjugations for uitbrengen:
o.t.t.
- breng uit
- brengt uit
- brengt uit
- brengen uit
- brengen uit
- brengen uit
o.v.t.
- bracht uit
- bracht uit
- bracht uit
- brachten uit
- brachten uit
- brachten uit
v.t.t.
- heb uitgebracht
- hebt uitgebracht
- heeft uitgebracht
- hebben uitgebracht
- hebben uitgebracht
- hebben uitgebracht
v.v.t.
- had uitgebracht
- had uitgebracht
- had uitgebracht
- hadden uitgebracht
- hadden uitgebracht
- hadden uitgebracht
o.t.t.t.
- zal uitbrengen
- zult uitbrengen
- zal uitbrengen
- zullen uitbrengen
- zullen uitbrengen
- zullen uitbrengen
o.v.t.t.
- zou uitbrengen
- zou uitbrengen
- zou uitbrengen
- zouden uitbrengen
- zouden uitbrengen
- zouden uitbrengen
en verder
- ben uitgebracht
- bent uitgebracht
- is uitgebracht
- zijn uitgebracht
- zijn uitgebracht
- zijn uitgebracht
diversen
- breng uit!
- brengt uit!
- uitgebracht
- uitbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitbrengen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
ange | aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden | een lijst maken; invoeren; klikken; opnemen in een lijst; verklappen; verklikken; verlinken; verraden |
förlägga | openbaren; publiceren; uitbrengen; uitgeven | plaatsen; posten; posteren; stationeren |
förråda | aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden | |
ge ut | openbaren; publiceren; uitbrengen | iets uitgeven |
offentliggöra | uitbrengen; uitgeven | aan komen zetten; afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; openbaar maken; openen; openstellen; oplezen; toegankelijk maken; vrijgeven |
publicera | openbaren; publiceren; uitbrengen; uitgeven | openen; openstellen; publiceren; toegankelijk maken; vrijgeven |
skvallra på | aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden | |
utge | uitbrengen; uitgeven | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
publicera | publiceren |
Wiktionary Translations for uitbrengen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitbrengen | → yttra | ↔ utter — say |
• uitbrengen | → bygga; inreda; inställa; göra | ↔ construire — bâtir, élever, avec de la pierre, du bois, du métal, etc., d’après un plan déterminé. |
• uitbrengen | → göra | ↔ fabriquer — exécuter ou faire exécuter certains ouvrages suivant les procédés d’un art mécanique, en atelier ou en usine. |
• uitbrengen | → operera; göra | ↔ opérer — accomplir une œuvre, produire un effet. |
• uitbrengen | → lägga; ställa; sätta; bygga; inreda; inställa; göra | ↔ poser — placer, mettre sur quelque chose. |